Vrijgestelde beleggingsinstelling en directeur-grootaandeelhouder (DGA)
In de overige fiscale maatregelen behorende bij het Belastingplan 2014 is een maatregel opgenomen inzake de directeur-grootaandeelhouder (DGA) en de vrijgestelde beleggingsinstelling.
Wijzigingen in de Wet op het financieel toezicht
Vanwege wijzigingen in de Wet op het financieel toezicht (Wft) met ingang van 22 juli 2013 zouden de mogelijkheden om gebruik te maken van het regime van de vrijgestelde beleggingsinstelling in de vennootschapsbelasting door DGA’s onbedoeld kunnen worden beperkt.
Om mogelijke onduidelijkheid op dit punt te voorkomen, is in het wetsvoorstel een bepaling opgenomen waarmee de beoogde continuïteit wordt gewaarborgd en voornoemde beperking wordt voorkomen.
Fiscale beleggingsinstelling
In de Wet Vpb 1969 is een bijzondere regeling opgenomen voor beleggingsinstellingen. Op grond van deze regeling kunnen beleggingsinstellingen in aanmerking komen voor de toepassing van een 0%-tarief voor de heffing van vennootschapsbelasting. Een essentiële voorwaarde is hierbij dat doel en feitelijke werkzaamheid van de beleggingsinstelling bestaan in het beleggen van vermogen.
Verhuur van vastgoed
Als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verhuur van vastgoed bestaat bij vastgoedbeleggingsinstellingen echter in toenemende mate behoefte aan het (ook) kunnen aanbieden van bijkomstige activiteiten. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het verzorgen van bepaalde facilitaire diensten voor huurders als schoonmaakdiensten of het verzorgen van de catering, receptie of vergaderservice.
Toegestaan wordt daarom dat een fiscale beleggingsinstelling (fbi) dergelijke bijkomstige werkzaamheden, voor zover deze rechtstreeks verband houden met het beleggen in vastgoed door de fbi, mag onderbrengen in een belaste dochtervennootschap.