Aanpassing aftrek deelnemingsrente
Als onderdeel van het pakket aan maatregelen om de overheidsfinanciën weer gezond te maken, is besloten om de aftrek van deelnemingsrente te beperken. In dit wetsvoorstel is een renteaftrekbeperking opgenomen die is gericht op situaties waarin sprake is van excessieve aftrek van deelnemingrente. De opbrengst van deze maatregel bedraagt € 150 miljoen en zal worden aangewend voor het verkleinen van het begrotingstekort.
Bosal-gat
Met deze maatregel geeft het kabinet zo veel mogelijk uitvoering aan de motie Bashir/Van Vliet.12 In deze motie wordt de regering verzocht met maatregelen te komen om het zogenoemde Bosal-gat in de vennootschapsbelasting te dichten. De motie wordt evenwel niet onverkort uitgevoerd aangezien in de motie wordt verzocht om de aftrek van rente te beperken voor zover sprake is van een deelneming in een buitenlandse dochtermaatschappij. Dit betekent dat de motie in strijd is met het zogenoemde Bosal-arrest waarin het HvJ EU heeft geoordeeld dat geen onderscheid mag worden gemaakt in de fiscale behandeling van deelnemingen in binnenlandse en buitenlandse dochtermaatschappijen.
Vormgeving maatregel
Bij de financiering van een deelneming met een geldlening komt op grond van de huidige wetgeving de rente op die geldlening bij het bepalen van de winst in aftrek. Daarbij is van belang dat als de voordelen uit hoofde van die deelneming onder de deelnemingsvrijstelling vallen die voordelen niet in de belastingheffing worden betrokken. Het kabinet beoogt deze aftrekmogelijkheid in te perken voor zover deze leidt tot een bovenmatige en onwenselijke financiering van deelnemingen met geldleningen.
Vestigingsklimaat
De vormgeving sluit aan bij het advies van het Topteam hoofdkantoren waarbij rekening is gehouden met de gestelde budgettaire opbrengst. Een renteaftrekbeperking moet te verenigen zijn met een goed ondernemings- en vestigingsklimaat. In een goed ondernemings- en vestigingsklimaat moet de fiscus niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten. Het staat een onderneming in beginsel vrij hoe zij haar activiteiten wil financieren. Maar bij een zodanige allocatie van rentelasten dat sprake is van onbedoeld gebruik dat de proporties van misbruik heeft aangenomen, is er reden om beperkingen aan te brengen op de aftrek van rente.
Internationale concurrentie
Een belangrijke overweging in de discussie over de aftrek van deelnemingsrente is dat in Nederland actieve internationaal opererende ondernemingen zich staande moeten houden in de concurrentieslag met internationale ondernemingen die in andere landen zijn gevestigd. Het kabinet is geen voorstander van een maatregel die ertoe zou leiden dat het internationaal opererende bedrijfsleven fiscaal beperkt zou kunnen worden in het expanderen op buitenlandse markten. Dit zou ten koste gaan van de positie van de vanuit Nederland opererende multinationals en zou het Nederlandse vestigingsklimaat verslechteren.
Excessieve financiering met vreemd vermogen
Aan de andere kant kan de aftrek van deelnemingsrente niet onbeperkt in stand blijven nu gebleken is dat de aftrek van deelnemingsrente in sommige gevallen heeft geleid tot een fiscaal gedreven, excessieve financiering met vreemd vermogen. In lijn met het advies van het Topteam hoofdkantoren dat de renteaftrek kan worden beperkt bij onbedoeld gebruik dat de proporties van misbruik heeft aangenomen. Het kabinet heeft geschreven dat het de richting van dit advies zal overnemen.
Wetgeving eenvoudig en uitvoerbaar
Ten slotte is van belang dat de wetgeving in de toepassing voor zo veel mogelijk belastingplichtigen eenvoudig en goed uitvoerbaar is. In de praktijk is het vaak niet eenvoudig om vast te stellen welke leningen zijn gebruikt voor de financiering van welke actiefposten. Daarom is een rekenregel opgenomen waarmee een deel van het totaalbedrag van de geldleningen die de belastingplichtige is aangegaan, wordt toegerekend aan de lichamen waarin een deelneming wordt gehouden: de zogeheten deelnemingsschuld.
Voor zover het gemiddelde bedrag aan deelnemingen groter is dan het gemiddelde bedrag van het eigen vermogen, worden de deelnemingen geacht met geldleningen te zijn gefinancierd. Deze rekenregel gaat uit van de gedachte dat het eigen vermogen primair wordt gebruikt voor de financiering van deelnemingen. De rekenregel is daardoor gunstig voor belastingplichtigen. Het bedrag van de aldus bepaalde deelnemingsschuld dient als basis om het bedrag van de niet-aftrekbare financieringskosten vast te stellen. Het deel van het totale bedrag aan renten en kosten van geldleningen dat niet aftrekbaar is, is in beginsel gelijk aan de verhouding tussen de deelnemingsschuld en het gemiddelde bedrag van alle geldleningen. De toerekening van eigen vermogen aan deelnemingen is alleen van toepassing op de voorgestelde aftrekbeperking.
Bovenmatige financiering met vreemd vermogen
Om het ondernemings- en vestigingsklimaat zoveel mogelijk te ontzien, wordt de maatregel gericht op constructies waarin sprake is van bovenmatige financiering met geldleningen. Daarom worden deelnemingen die een uitbreidingsinvestering vormen uitgezonderd bij het bepalen van de deelnemingsschuld. Hierdoor wordt het bedrijfsleven niet belemmerd in de uitbreiding van zijn ondernemingsactiviteiten. De eventueel daarmee samenhangende financieringslasten blijven immers aftrekbaar. Deze uitzondering geldt echter niet in onder meer de volgende onwenselijke situaties: als sprake is van een hybride lening aan het lichaam waarin de deelneming wordt gehouden, als de rente ter zake van de financiering van een dergelijke uitbreiding ook elders in het concern in aftrek wordt gebracht (double dip) of als de financiering van het lichaam waarin de deelneming wordt gehouden, is aangegaan vanwege de belastingbesparing.
Administratieve lasten
Om de administratieve lasten te beperken, wordt een drempel ingevoerd van € 1.000.000. Voor zover de excessieve deelnemingsrente meer bedraagt dan het drempelbedrag is deze niet aftrekbaar. Dit betekent dat ondernemingen die niet meer dan € 1.000.000 rente per jaar betalen, in geen geval geconfronteerd kunnen worden met de voorgestelde renteaftrekbeperking.
Drempelbedrag
Door de relatief eenvoudige toetsen van het drempelbedrag en de toerekeningsregel blijft het overgrote deel van de belastingplichtigen buiten schot. Hierdoor is de maatregel goed uitvoerbaar. Alleen een vrij beperkte groep van grote ondernemingen met deelnemingen, veel schulden en weinig eigen vermogen zal te maken krijgen met de toetsen op grond waarvan wordt vastgesteld of sprake is van bovenmatige en onwenselijke aftrek van deelnemingsrente.
Huidige renteaftrekbeperkingen
In het nader rapport bij het Belastingplan 2012 is toegezegd in het wetsvoorstel waarin de aftrekbeperking van deelnemingsrente zou worden opgenomen, de renteaftrekbepalingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969) tegen het licht te houden.
Afschaffing thincapregeling
Het kabinet is voorstander van afschaffing van de thincapregeling. De andere aftrekbeperkingen in de Wet Vpb 1969 worden gehandhaafd. De thincapregeling past bij nadere beschouwing niet goed bij deze aanpak omdat zij een generieke werking heeft. Daarnaast is gebleken dat deze regeling ook belastingplichtigen uit het midden- en kleinbedrijf raakt, voor wie de thincapregeling niet was bedoeld. Afschaffing leidt echter tot een budgettaire derving van € 30 miljoen waarvoor op dit moment geen dekking is. Als de benodigde dekking kan worden gevonden, zal het kabinet in het pakket Belastingplan 2013 voorstellen de thincapregeling af te schaffen. Afschaffing van de thincapregeling leidt tot een vermindering van de administratieve lasten van belastingplichtigen en de uitvoeringskosten van de Belastingdienst.
Overlap
Bij de beschouwing van de bestaande renteaftrekbeperkingen is bezien waar een overlap zou kunnen ontstaan met de voorgestelde aftrekbeperking van deelnemingsrente. Daarbij is het uitgangspunt dat dezelfde rente niet meer dan eenmaal in aftrek kan worden beperkt en dat de verschillende renteaftrekbeperkingen worden toegepast in de volgorde waarin zij in de wet staan.
Behandeling van eigen en vreemd vermogen
Een voorstel om de aftrek van rente in de vennootschapsbelasting te beperken biedt de gelegenheid dieper in te gaan op het verschil in behandeling tussen eigen en vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting.
Bron: rijksoverheid