Op 1 januari 2013 is de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (wet) gewijzigd. Een belangrijke wijziging is de uitbreiding van de mededelingsplicht voor S&O-inhoudingsplichtigen die ten minste het in de S&O-verklaring opgenomen aantal S&O-uren hebben besteed.
Deze wijziging geeft aanleiding voor aanpassing van de regels die worden gehanteerd bij het opleggen van bestuurlijke boetes. De mededeling, de correctie-S&O-verklaring en de bestuurlijke boete hangen met elkaar samen.
Mogelijke scenario’s S&O-uren
De volgende scenario’s kunnen worden onderscheiden.
Tijdige mededeling
- Als je tijdige mededeling hebt gedaan dat ten minste het in de S&O-verklaring opgenomen aantal S&O-uren is gerealiseerd, wordt er geen correctie-S&O-verklaring afgegeven en ook geen boete.
- Als je tijdige mededeling hebt gedaan dat minder S&O-uren zijn gerealiseerd dan in de S&O-verklaring zijn opgenomen, wordt een correctie-S&O-verklaring afgegeven, maar volgt er geen boete.
Niet-tijdige mededeling
Normaal gesproken ben je als S&O-inhoudingsplichtige verplicht de mededeling binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de S&O-verklaringen betrekking hebben te doen.
Als je te laat bent, ontvang je een herinnering. Als je te laat, maar binnen de termijn gegeven in de herinnering, mededeling doet van het aantal bestede S&O-uren, dan volgt een boete maximaal ter grootte van de correctie. Bij de beoordeling worden de omstandigheden van het geval in aanmerking genomen.
Indien de niet tijdige mededeling binnen de gestelde termijn meldt dat ten minste het in de S&O-verklaring opgenomen aantal S&O-uren is besteed dan zal geen boete worden opgelegd (er is immers geen correctiebedrag). In die situatie kan een bestuurlijke boete volgen van maximaal € 100.000.
Geen mededeling
Dan de situatie van helemaal geen mededeling doen. Niet of niet tijdig mededeling doen is beboetbaar. De hoogte van de boete hangt af van de vraag of er ook grond was om een herstelsanctie toe te passen in de vorm van een zo genoemde correctie-S&O-verklaring.
Dit is het geval als aannemelijk is geworden dat het aantal uren zoals opgenomen in de S&O-verklaring in werkelijkheid niet is besteed. Als na herinnering geen mededeling wordt ontvangen, is het aannemelijk dat het aantal S&O-uren niet is besteed. Er volgt dan een correctie-S&O-verklaring van 100% en een boete maximaal ter grootte van deze correctie.
In dat geval volgt ook een nihil-stelling van de RDA-beschikking. Benadrukt wordt dat in deze situatie de S&O-inhoudingsplichtige na 31 maart tot tweemaal toe schriftelijk in de gelegenheid wordt gesteld om het aantal gerealiseerde S&O-uren op te geven.
In deze herinneringen wordt de inhoudingsplichtige er op gewezen dat het niet doen van de mededeling gevolgen heeft en welke gevolgen dat zijn. Wordt binnen de gegeven periode alsnog een opgave van de S&O-uren gedaan, volgt boeteoplegging voor het doen van een niet tijdige mededeling (zie hierboven).
Onjuiste mededeling
Mocht op enig moment blijken (bijvoorbeeld tijdens een bedrijfs-/controlebezoek) dat de mededeling onjuist is gedaan en het aantal bestede uren minder dan het in de mededeling opgenomen aantal is, dan volgt een correctie voor 100% van de S&O-verklaring en een even grote boete.
Bij de bepaling van de hoogte van de boete wordt meegewogen wie het gebrek heeft geconstateerd (de toezichthouder of de aanvrager).
Bron: Staatscourant 2013/34199