Veehandelregeling
Veehandelregeling
Teneinde tegemoet te komen aan de administratieve bezwaren welke zijn verbonden aan een strikte toepassing van de wettelijke bepalingen ten aanzien van de veehandel, in het bijzonder waar het de handel op veemarkten betreft, wordt goedgekeurd dat veehandelaren de volgende regeling (verder te noemen: de veehandelregeling) toepassen.
Verzoek om toepassing veehandelregeling
Veehandelaren die gebruik willen maken van de veehandelregeling kunnen daartoe een verzoek doen bij de inspecteur. Bij inwilliging van het verzoek geldt de veehandelregeling tot wederopzegging door belanghebbende doch ten minste voor vijf jaren. Een hernieuwd verzoek tot toepassing van de veehandelregeling wordt eerst ingewilligd nadat de veehandelaar na die wederopzegging ten minste 5 jaren op de normale wijze in de heffing betrokken is geweest.
De veehandelaar kan de veehandelregeling toepassen vanaf de datum van inwilliging van het verzoek. Dit kan dus ook in de loop van een kalenderjaar geschieden. De veehandelaar kan in het verzoek ook een andere datum van ingang opgeven, mits niet eerder dan de dag van indiening voor het verzoek. Het verzoek en de wederopzegging dienen schriftelijk te geschieden. Bij wederopzegging geldt het hiervoor gestelde, voor zover mogelijk, op overeenkomstige wijze. Een (rechtsgeldige) opzegging is niet afhankelijk van de goedkeuring van de inspecteur.
Het tijdvak van aangifte voor de veehandelaren die gebruik maken van de veehandelregeling wordt vastgesteld op een kalenderjaar.
Voorwaarden veehandelregeling
Na inwilliging door de inspecteur van het verzoek tot toepassing van de veehandelregeling handelt de betrokken veehandelaar als volgt:
a. de veehandelaar voldoet geen BTW wegens de door hem verrichte leveringen van vee;
b. de veehandelaar reikt terzake van zijn leveringen van vee aan andere ondernemers geen factuur uit;
c. de veehandelaar geeft terzake van de levering van vee op verzoek een ondertekende verklaring af, welke verklaring aan nader vermelde voorwaarden moet voldoen;
d. de verklaring wordt afgegeven vóór de vijftiende dag van de maand, volgende op die waarin het vee is geleverd;
e. de veehandelaar bewaart gedurende 5 jaren een dubbel van de veehandelverklaring;
f. de veehandelaar maakt geen aanspraak op aftrek van BTW op de voet van artikel 15 Wet OB.
Toelichting op de voorwaarden
De veehandelaar reikt terzake van zijn leveringen van vee aan andere ondernemers geen factuur uit
De veehandelaar is ontheven van de verplichting om op de voet van artikel 35 Wet OB terzake van zijn leveringen van vee aan andere ondernemers facturen uit te reiken. Ingeval de veehandelaar wel facturen uitreikt, mag daarop op geen enkele wijze melding van BTW worden gemaakt.
Indien op de facturen die de veehandelaar uitreikt casu quo de afrekeningen die de afnemer ten behoeve van de veehandelaar opmaakt melding wordt gemaakt van 6% BTW, dan wordt de leverancier/veehandelaar die BTW verschuldigd. Alsdan moet de veehandelaar, ondanks het feit dat hij gebruik maakt van de veehandelregeling, de op die facturen onderscheidenlijk de afrekeningen vermelde BTW op aangifte voldoen.
De veehandelaar geeft terzake van de levering van vee op verzoek een ondertekende verklaring af, welke verklaring aan nader vermelde voorwaarden moet voldoen
De veehandelaar geeft terzake van de levering van vee op verzoek een ondertekende verklaring af aan:
– ondernemers die het vee be- of verwerken (vleesgroothandelaren, slagerijen, en dergelijke);
– landbouwers die op de voet van artikel 27.6 Wet OB op de normale wijze in de heffing zijn betrokken;
– veehandelaren die geen gebruik maken van de veehandelregeling.
In de verklaring wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van BTW.
De veehandelaar maakt geen aanspraak op aftrek van BTW op de voet van artikel 15 Wet OB
Een uitzondering op de in dit onderdeel opgenomen voorwaarde vormt de situatie waarin een veehandelaar ten gevolge van het niet of slechts gedeeltelijk voldoen aan de voorwaarden met betrekking tot één of meerdere jaren op de normale wijze in de heffing wordt betrokken.
Vaste afnemers
Ingeval leveringen door de veehandelaar plaatsvinden aan een vaste afnemer, kan de verklaring worden vervangen door een eenmaal per jaar door de veehandelaar aan die afnemer af te geven ondertekende verklaring dat alle leveringen van die veehandelaar geschieden binnen het kader van deze regeling.
Administratieve verplichtingen veehandelaar
De veehandelaar kan volstaan met het regelmatig bijhouden van een in- en verkoopboek, waarin met betrekking tot zijn aankopen en verkopen van vee worden vermeld:
a. de datum van aankoop en verkoop;
b. naam en adres van de verkoper onderscheidenlijk koper;
c. soort van het vee en aantal stuks van elke soort;
d. de totale koopsom per soort vee.
Indien de veehandelaar in enig boekjaar niet dan wel slechts gedeeltelijk aan deze voorwaarden voldoet, kan de betrokken veehandelaar de veehandelregeling voor het desbetreffende boekjaar onderscheidenlijk de desbetreffende boekjaren niet toepassen. Alsdan zal hij voor het desbetreffende boekjaar casu quo boekjaren op de normale wijze in de heffing worden betrokken. Dit betekent dat de veehandelaar terzake van de door hem verrichte leveringen van vee BTW op aangifte zal moeten voldoen en wel naar het verlaagde tarief. Voorts kan de betrokken veehandelaar aanspraak maken op aftrek van voorbelasting. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat de veehandelaar dient te beschikken over de voor de aftrek vereiste facturen onderscheidenlijk verklaringen.
Het in enig jaar niet toepassen van de veehandelregeling heeft geen gevolgen voor termijn van vijf jaren. Deze termijn loopt ook door in de jaren waarin de veehandelaar op de normale wijze in de heffing wordt betrokken in verband met hetgeen in dit punt is bepaald.
Prestaties naast de handel in vee
De ondernemer die, behalve leveringen van vee als veehandelaar, andere leveringen of diensten verricht, is voor die andere prestaties onverkort aan de wettelijke bepalingen onderworpen. Hij moet zijn administratie met betrekking tot die prestaties afzonderlijk houden en wel zodanig dat de gegevens, benodigd voor een juiste toerekening van de voorbelasting aan laatstbedoelde prestaties, daaruit duidelijk blijken.
De hiervoor bedoelde andere prestaties, niet zijnde leveringen van goederen als zijn bedoeld in artikel 27.1 wet OB (landbouwprestaties), worden geacht tezamen in een afzonderlijke onderneming te worden verricht. Ten aanzien van die afzonderlijke onderneming kan eventueel de kleine-ondernemersregeling toepassing vinden. Dit laatste – toepassing van de kleine-ondernemersregeling – is ook mogelijk indien de veehandelaar op de normale wijze in de heffing is betrokken. De kleine-ondernemersregeling kan echter geen toepassing vinden indien de veehandelaar tevens prestaties verricht als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet en terzake in de heffing van omzetbelasting wordt betrokken.
Intracommunautaire goederentransacties
Een veehandelaar die gebruik maakt van de veehandelregeling zal, voor wat betreft de intracommunautaire transacties alsmede de diensten als bedoeld in artikel 6a Wet OB, zich volledig moeten gedragen als ware hij een landbouwer die gebruik maakt van de landbouwregeling.
Het nakomen van de in de vorige alinea neergelegde voorwaarde is een absoluut vereiste om de veehandelregeling te kunnen (blijven) toepassen. Als de betrokken veehandelaar deze voorwaarde niet naleeft, zal hij de veehandelregeling niet (meer) kunnen toepassen.
Aftrek door de afnemer
Ondernemers aan wie de veehandelaar levert, kunnen het in artikel 27.4 Wet OB genoemde percentage van de koopsom in aftrek brengen, mits wordt voldaan aan de voorwaarden en zij in het bezit zijn van op de leveringen betrekking hebbende verklaringen.
Bron: Besluit Landbouw