BTW privégebruik auto: 2,7% forfait
BTW privégebruik auto
Met ingang van 1 juli 2011 is de BTW-correctie in verband met privégebruik van de auto van de zaak ingrijpend gewijzigd. Vanaf dat moment geldt een bijtelling voor de BTW van 2,7% van de cataloguswaarde van de auto die aan de werknemer ter beschikking is gesteld. De koppeling met de inkomstenbelasting is losgelaten. Ook kunnen de werkelijke kosten worden bijgehouden. Dit zal in de praktijk niet veel voorkomen. Het is daarnaast ook maar zeer de vraag of dit gunstiger zal zijn. Uit onze berekeningen blijkt vaak van niet.
Eigen bijdrage
Vaak wordt door de werkgever een eigen bijdrage gevraagd van de werknemer voor het privégebruik van de auto van de zaak. Hierbij vallen 3 situaties te onderscheiden die verschillende BTW-gevolgen hebben.
Normale waarde
Voor een goed begrip van het vervolg dient eerst het begrip ‘normale waarde’ te worden uitgelegd. De normale waarde is de vergoeding die de werknemer zou moeten betalen voor het privégebruik van de auto als hij die auto zelf gehuurd of geleast zou hebben.
1. Werknemer betaalt geen eigen bijdrage
Als de werkelijke kosten niet uit de adminstratie zijn af te leiden is goedgekeurd dat de verschuldigde BTW in verband met het privégebruik van de auto van de zaak wordt vastgesteld op 2,7% van de cataloguswaarde. Dit ter vermindering van de administratieve lasten voor de werkgever.
2. Werknemer betaalt eigen bijdrage lager dan de ‘normale waarde’
Als de werknemer een vergoeding betaalt aan de werkgever voor het privégebruik van de auto van de zaak, moet de werkgever hierover BTW afdragen (19/119).
De normale waarde kan worden vastgesteld op 2,7% van de cataloguswaarde van de auto (inclusief BTW en BPM). Als de vergoeding van de werknemer lager is dan dat bedrag, dient de werkgever alsnog het forfait van 2,7% toe te passen. De BTW op de door de werknemer betaalde vergoeding mag dan achterwege blijven.
3. Werknemer betaalt eigen bijdrage gelijk aan of hoger dan de ‘normale waarde’
Als de werknemer een vergoeding betaalt aan de werkgever voor het privégebruik van de auto van de zaak, moet de werkgever hierover BTW afdragen (19/119).
De normale waarde kan worden vastgesteld op 2,7% van de cataloguswaarde van de auto (inclusief BTW en BPM). Als de vergoeding van de werknemer gelijk is aan of hoger is dan dat bedrag, hoeft de werkgever het forfait van 2,7% niettoe te passen.