Over het overgangsrecht voor de btw-verhoging zijn door verschillende kamerleden vragen gesteld.
Roerende zaken
Er is geen speciale overgangsregeling voor roerende zaken. Dat heeft tot gevolg dat het moment van de levering of de dienst bepalend is voor het van toepassing zijnde tarief (dus ook als vooruitbetaald is). Dit is conform het overgangsrecht dat in het algemeen geldt bij een algemene tariefswijziging en dat ook is toegepast bij de tariefwijziging in 2001.
Levering roerende zaak vóór 1 oktober facturatie ná 1 oktober
Met betrekking tot de vraag welk btw-tarief van toepassing is bij de levering van een roerende zaak vóór 1 oktober 2012 die na die datum gefactureerd wordt, kan dan ook worden bevestigd dat het algemene btw-tarief van 19% geldt.
Termijnbetalingen
Als gedeeltelijk is vooruitbetaald in april 2012 voor de levering van een goed na 30 september 2012, geldt uiteindelijk over de hele prijs het nieuwe 21%-btw-tarief. In de sfeer van roerende zaken kan onder andere sprake zijn van dergelijke termijnbetalingen bij kostbare goederen die gedurende een langlopend project gemaakt worden. Hierbij gaat het veelal om ondernemers (met recht op aftrek) als afnemer. Een specifieke sector waarbij particulieren meestal afnemer zijn van kostbare roerende goederen waarbij termijnbetalingen voorkomen is de jachtbouwsector.
Doorlopende prestaties
Voor doorlopende prestaties die zijn aangevangen vóór 1 oktober 2012 en doorlopen na 30 september 2012, geldt het nieuwe tarief van 21% alleen voor het deel van de prestatie dat plaatsvindt na 30 september 2012. Hierbij valt te denken aan het verlenen van licenties, abonnementen op leveringen, zoals gas, elektriciteit en water en telecommunicatiediensten.
Onroerende zaken
Vanwege het maatschappelijke belang dat met de bouw van onroerende zaken gemoeid is, is net als in het verleden, overgangsrecht opgenomen voor de levering van onroerende zaken waarbij de vergoeding in termijnen vervalt. In het overgangsrecht is geregeld dat niet over de volledige prijs het nieuwe btw-tarief van 21% geldt, maar alleen over de termijnen die vervallen ná 30 september 2012. Een onderdeel van een bouwovereenkomst waarbij in termijnen wordt betaald, kan het plaatsen van een keuken of badkamer zijn. In die situatie loopt de keuken of badkamer gewoon mee in de overeenkomst, waarbij de termijnen die zijn verschuldigd vóór 1 oktober 2012 nog onder het 19% tarief vallen.
Goedkeuring
Daarnaast keurt de staatssecretaris goed dat de overgangsregeling voor onroerende zaken ook geldt voor apart overeengekomen verbouwingen waarbij de vergoeding vervalt in termijnen naarmate de verbouwing vordert. Dit geldt niet voor diensten bestaande in het verrichten van onderhouds- of herstelwerkzaamheden. Als zodanig zijn in dit verband aan te merken werkzaamheden die (vrijwel) uitsluitend gericht zijn op de instandhouding van de zaak, zoals het vervangen van kozijnen of dakgoten en het vernieuwen van dakbedekking. Van verbouwing is slechts sprake, als de werkzaamheden gericht zijn op een verandering van de inrichting, de aard of de omvang van de zaak. Dat is bij woningen bijvoorbeeld het geval bij veranderingen aan/het plaatsen van keukens en badkamers, het aanbouwen van een serre en het aanbrengen van een dakkapel.
Samengestelde prestaties
Ingeval in het kader van de uitvoering van een en hetzelfde contract naast verbouwingswerkzaamheden tevens werkzaamheden worden verricht die van belang zijn voor de instandhouding van de zaak, zodat het contract in zoverre mede een element van onderhoud of herstel in zich draagt, is niettemin het geheel aan te merken als verbouwing, mits de werkzaamheden als geheel niet (vrijwel) uitsluitend gericht zijn op de instandhouding van de zaak. Er behoeft alsdan geen splitsing te worden gemaakt: de overgangsregeling kan worden toegepast op de verbouwing als geheel. Daarbij moet de ondernemer dan ook het 19%-tarief berekent aan de klant.
Budgettaire gevolgen
Als het overgangsrecht zou worden uitgebreid tot de bouwtermijnen die ná 30 september 2012 vervallen bij contracten voor nieuwbouwwoningen die zijn getekend voor 27 april 2012 dan kost dit € 45 miljoen. Dit loopt op tot € 200 miljoen als het zou gelden voor alle contracten getekend tot 1 oktober 2012. De staatssecretaris gaat uit van uitbreiding van alle termijnen tot 1 oktober 2013.
Bron: Schriftelijke antwoorden en nota van wijziging n.a.v. wetgevingsoverleg d.d. 18 juni 2012