Margeregeling
De margeregeling is geregeld in artikel 28b van de Wet op de omzetbelasting. Als een wederverkoper gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten levert, wordt BTW berekend over de winstmarge. De winstmarge is het verschil tussen de vergoeding en hetgeen ter zake van de levering van een dergelijk goed aan de wederverkoper door hem is of moet worden voldaan.
Waarom een margeregeling?
De regeling voorkomt cumulatie van omzetbelasting als goederen, die al eerder zijn geleverd aan een niet-aftrekgerechtigde afnemer, terugkeren in het handelscircuit. Zonder de margeregeling zou bij wederverkoop opnieuw BTW geheven worden over de gehele vergoeding, terwijl in die vergoeding een restant van de eerder geheven BTW is begrepen. De margeregeling houdt in dat bij de levering van deze goederen de leverancier alleen BTW verschuldigd is over zijn winstmarge. Uitgangspunt is dat de winstmarge per individueel goed wordt bepaald. In sommige bedrijfstakken is het ondoenlijk of zeer moeilijk om goederen individueel van inkoop tot verkoop te volgen. In die gevallen wordt de winstmarge per tijdvak vastgesteld (de zogenoemde globalisatieregeling).
Margegoederen
Margegoederen zijn gebruikte goederen. Wat daar precies wel en niet onder valt kunt u lezen op de website van de belastingdienst.
Aangifte
Ook voor vragen over de aangifte voor de BTW als u gebruik maakt van de margeregeling verwijzen we u naar de website van de belastingdienst.
Administratie
De administratieve eisen voor een wederverkoper van margegoederen zijn afwijkend van die voor een andere ondernemer. Er zijn een hoop verschillende situaties mogelijk die u hier kunt lezen.
Bron: artikel 28b OB, rijksoverheid