Levering van door de leverancier teruggenomen goederen
Levering van door de leverancier teruggenomen goederen
Koopovereenkomst
Een afnemer moet in beginsel voldoen aan de betalingsverplichtingen die voortvloeien uit een koopovereenkomst. Doet hij dit niet dan kan de leverancier/crediteur in bepaalde gevallen de door hem geleverde goederen terugnemen. Als de afnemer geen ondernemer is, leidt de teruglevering niet tot heffing van BTW. Hetzelfde geldt als de afnemer wel een
ondernemer is maar hij voor de teruglevering geen BTW verschuldigd is. Op de daaropvolgende levering kan een crediteur/wederverkoper vervolgens de margeregeling toepassen. De winstmarge bestaat dan uit het verschil
tussen de verkoopprijs van dat doorgeleverde goed en de som van het alsnog verrekende deel van de oorspronkelijke verkoopprijs en het bedrag dat de leverancier/crediteur feitelijk betaalt aan de schuldenaar voor dat teruggenomen goed.
Factuurstelsel of kasstelsel
Als de wederverkoper het factuurstelsel toepast, kan hij een verzoek om teruggaaf doen voor het gedeelte van de oorspronkelijke verkoopprijs dat na verrekening van de opbrengst van de verkoop van het goed onbetaald is
gebleven. Voert de wederverkoper het kasstelsel, dan heeft hij geen recht op teruggaaf van de BTW in het niet ontvangen deel van de vergoeding. Over dat deel heeft de leverancier ook geen BTW voldaan.
Voorbeeld 1
Ondernemer A levert een goed aan een particulier voor 1.000 + 190 BTW. De particulier heeft 716 betaald en blijft het restant van 474 schuldig.
A neemt het goed terug en verkoopt dit voor 300. Hij verrekent met de schuld een bedrag van 200.
Uitwerking
1 Winstmarge
A kan op de verkoop van het teruggenomen goed de margeregeling toepassen. Daarbij bepaalt hij de winstmarge als volgt:
Verkoopopbrengst 300 – alsnog verrekende deel van de oorspronkelijke verkoopprijs 200
Feitelijke aan de schuldenaar terugbetaalde bedrag voor het teruggenomen goed 0
Winstmarge 100
2 BTW-berekening
a) Factuurstelsel
Als A het factuurstelsel toepast, heeft hij recht op teruggaaf van BTW in het niet betaalde deel van de oorspronkelijke verkoopprijs.
A heeft over de eerste levering 190 BTW voldaan 190. A heeft recht op teruggaaf van BTW in het niet betaalde deel van de oorspronkelijke verkoopprijs. Dit is 19/119 maal 274 – 44. Totaal 146. Over de margelevering voldoet hij 19/119 maal 100. Dit is een BTW-bedrag van 15.
b) Kasstelsel
Als A het kasstelsel toepast, heeft hij geen BTW voldaan over het niet ontvangen deel van de vergoeding. Hij heeft dan ook geen recht op teruggaaf.
A heeft over de ontvangst van 716 19/119 aan BTW voldaan 114. A moet over het deel van de verrekende schuld BTW voldoen. Dit is 19/119 maal 200 32. Totaal 146. Over de margelevering voldoet hij 19/119 maal 100. Dit is een BTW-bedrag van 15.
Voorbeeld 2
Als voorbeeld 1 maar nu verkoopt A het goed door voor 700. Hij boekt de schuld geheel af en betaalt de particulier 100 terug.
Uitwerking
1 Winstmarge
A kan op de verkoop van het teruggenomen goed de margeregeling toepassen. Daarbij bepaalt hij de winstmarge als volgt:
Verkoopopbrengst 700
af Alsnog verrekende deel van de oorspronkelijke verkoopprijs: 474
Feitelijke aan de schuldenaar terugbetaalde bedrag voor het
teruggenomen goed: 100
Winstmarge 126
2 Btw-berekening
a) Factuurstelsel
A heeft over de eerste levering 190 BTW voldaan.
Over de margelevering voldoet hij 19/119 maal 126. Dit is een BTW-bedrag van 20.
b) Kasstelsel
Als A het kasstelsel toepast, moet hij BTW voldoen over zijn ontvangsten.
A heeft over de ontvangst van 716 19/119 aan BTW voldaan 114
A moet over het deel van de feitelijk verrekende schuld BTW voldoen. Dit is 19/119 maal 474 76
Totaal 190
Over de margelevering voldoet hij 19/119 maal 126. Dit is een BTW-bedrag van 20.
Huurkoopovereenkomst of overeenkomst uit financial lease
De wederverkoper kan bovengenoemde regeling ook toepassen als de afnemer niet voldoet aan zijn betalingsverplichtingen uit huurkoopovereenkomst of overeenkomst uit financial lease. In deze gevallen hoeft de leverancier bij toepassing van het factuurstelsel geen BTW te voldoen over de in de termijnen begrepen financieringstoeslag. Heeft hij zo gehandeld, dan maakt de financieringstoeslag geen deel uit van de “inkoopprijs” van het teruggenomen goed. In dit verband ontmoet het geen bezwaar de financieringstoeslag naar evenredigheid toe te rekenen aan de betaalde en de niet betaalde termijnen.
Voorbeeld
Ondernemer A levert in huurkoop een goed aan particulier B, tegen betaling van 10 termijnen van 1.100 inclusief BTW. In de termijnen is een financieringstoeslag van 10% begrepen. B betaalt 4 termijnen en blijft daarna in gebreke. A neemt het goed terug en verkoopt het voor 7.785. B wordt gecrediteerd voor de onbetaald gebleven termijnen (6.600).
Uitwerking
1 Winstmarge
Factuurstelsel
A kan op de verkoop van het teruggenomen goed de margeregeling toepassen. Daarbij bepaalt hij de winstmarge als volgt:
Verkoopopbrengst 7.785
Af: Alsnog verrekende deel van de oorspronkelijke verkoopprijs exclusief financieringstoeslag: 6.000
Feitelijke betaalde bedrag voor het teruggenomen goed: 0
Bruto winstmarge 1.785
Kasstelsel
Verkoopopbrengst 7.785
Af: Alsnog verrekende deel van de oorspronkelijke verkoopprijs inclusief financieringstoeslag: 6.600
Feitelijke betaalde bedrag voor het teruggenomen goed: 0
Bruto winstmarge 1.185
2 Btw-berekening
a) Factuurstelsel
A heeft over de eerste levering aan BTW voldaan 19/119 maal de vergoeding exclusief financieringstoeslag van per saldo 10.000 = 1.596
Over de margelevering voldoet hij 19/119 x 1.785 = 285
Totaal 1.881
b) Kasstelsel
A moet BTW voldoen over zijn ontvangsten van 4.400 + 6.600.
Dit is 19/119 maal 11.000 = 1.756
Over de margelevering voldoet hij 19/119 maal 1.185 = 189
Totaal 1.945
Bron: Besluit omzetbelasting: margeregeling (Besluit van 4 juli 2007 nr. CPP2007/948M, Stcrt. nr. 133)