Handel in bloembollen
Handel in bloembollen
Teneinde tegemoet te komen aan bezwaren welke zijn verbonden aan een onverkorte toepassing van de wet ten aanzien van de handel in bloembollen over veilingen, enz., wordt tot nader order door de staatssecretaris goedgekeurd dat wordt gehandeld als volgt. Voor de vraag wat als ‘bloembollen’ moet worden aangemerkt, moet de maatschappelijke opvatting worden gevolgd.
1. indien veilingen ter zake van aan hen door bollenkwekers en bloembollenhandelaren verrichte leveringen van bloembollen voorlopige afrekeningen versturen, waarop aan de kwekers en de handelaren nog geen betalingen worden gedaan, kunnen deze afrekeningen voor de vraag op welk tijdstip de belasting door de kwekers en de handelaren wordt verschuldigd, buiten beschouwing blijven mits op die afrekeningen geen BTW in rekening wordt gebracht;
2. de BTW ter zake van de over de veiling verrichte leveringen van bloembollen is verschuldigd in het tijdvak waarin de kwekers en de handelaren definitieve afrekeningen ontvangen. Dat tijdvak is voor bollenkwekers steeds een kwartaal; ten aanzien van handelaren gelden in dit opzicht de normale regels. Op de definitieve afrekeningen, welke moeten worden uitgereikt vóór de betaaldatum, dient dan de BTW afzonderlijk te worden vermeld;
3. met een definitieve afrekening wordt gelijkgesteld een overzicht van de rekening-courant betreffende de door de kweker en de handelaar in een bepaalde periode verrichte leveringen van bloembollen. In dat overzicht kan, wat de verschillende leveringen betreft, worden verwezen naar de daarop betrekking hebbende voorlopige afrekeningen. De rekening-courant en de voorlopige afrekeningen moeten samen de gegevens bevatten welke facturen moeten inhouden. De BTW kan in dat overzicht voor alle leveringen gezamenlijk in één bedrag worden vermeld;
4. veilingen, kwekers van bloembollen en handelaren in bloembollen hoeven geen BTW te voldoen ter zake van de leveringen van bloembollen aan afnemers die bloembollen plegen te exporteren, mits zij voor die leveringen aan de afnemers ook geen BTW in rekening brengen en voorts in het bezit zijn van een verklaring – niet ouder dan een jaar en uitgereikt vóórdat de (definitieve) factuur is verstrekt – van de afnemer dat deze aan de hiervoor gestelde voorwaarde voldoet. Voor zover het totaal van de aan een exporteur in rekening gebrachte bedragen uitgaat boven het bedrag waarvoor de exporteur in de afgelopen 12 maanden heeft uitgevoerd, dient evenwel BTW aan de exporteur in rekening te worden gebracht. Voor de toepassing van de in artikel 25 van de wet neergelegde kleine-ondernemersregeling moet de in dat artikel bedoelde ‘verschuldigde BTW’ berekend worden alsof vorenbedoelde leveringen van bloembollen aan afnemers/exporteurs op de gewone wijze in de heffing waren betrokken;
5. exploitanten van veilingen, zomede kwekers van en handelaren in bloembollen, die zowel met BTW belaste als niet met BTW belaste leveringen van bloembollen verrichten, moeten afzonderlijk aantekening te houden van
a.de belaste leveringen van bloembollen en
b.de leveringen van bloembollen, ter zake waarvan zij op grond van het hiervoor in punt 4 vermelde geen BTW behoeven te voldoen.
Zij moeten voorts de belaste en de niet-belaste omzet per categorie en per tijdvak, waarover aangifte moet worden gedaan, totaliseren;
6. wegens door de veiling verrichte leveringen van bloembollen welke leveringen niet vallen onder punt 4, dient de veiling normaal BTW te voldoen. Op deze leveringen is hetgeen hiervoor onder de punten 1 tot en met 3 is vermeld van overeenkomstige toepassing;
7. in- en verkoopbureaus van bloembollen bemiddelen bij de totstandkoming van overeenkomsten tot levering van bloembollen. Er vindt in deze gevallen geen levering plaats aan en/of door het in- en verkoopbureau. In verband hiermee kan het onder 1 t/m 6 hiervoor gestelde geen toepassing vinden ten aanzien van de prestaties van deze in- en verkoopbureaus. Over deze bemiddelingsprestaties zijn zij 19% BW verschuldigd;
8. bij leveringen van bloembollen door kwekers en handelaren anders dan over een veiling ontvangen de kweker en de handelaar in het algemeen geen afrekeningen van de afnemer, maar geven zij zelf (voorlopige en definitieve) facturen af. In deze gevallen vinden de punten 1 en 2, overeenkomstige toepassing. De BTW is dan verschuldigd in het tijdvak waarin de definitieve factuur wordt uitgereikt, mits die uitreiking geschiedt vóór de betaaldatum en op de voorlopige stukken (leveringsnota’s) geen BTW in rekening wordt gebracht.
Bron: Besluit Landbouw