BTW eindejaarstips 2011
Corrigeer tijdig uw BTW-aangiften over 2011
Het is belangrijk om op tijd uw BTW-aangiften over 2011 te controleren en indien nodig te corrigeren. Als blijkt dat u over 2011 te weinig btw heeft aangegeven kunt u dat het beste corrigeren en meteen betalen. In ieder geval vóór 1 april 2012. Na die datum bent u namelijk heffingsrente verschuldigd. Bij grote correcties krijgt u bovendien een boete opgelegd. U mag de correctie van de aangegeven btw over het jaar 2011 niet aangeven in de laatste aangifte van het jaar. U dient BTW-suppletie in te dienen. De regels worden per 2012 aangescherpt. Als de BTW-ondernemer ontdekt dat hij te veel of te weinig btw heeft afgedragen moet hij op eigen initiatief een BTW-suppletie indienen. Doet hij dat niet tijdig, dan riskeert hij een boete van 100% van het niet aangegeven bedrag aan btw!
Vraag BTW over dubieuze debiteuren terug
Door de crisis zal het vaker dan voorheen voorkomen dat u slecht of niet-betalende debiteuren heeft. Als u bij de inspecteur een verzoek indient kunt u de BTW die u al heeft afgedragen op de facturen van deze debiteuren terugkrijgen. Het is wel noodzakelijk dat u stukken heeft waaruit de oninbaarheid blijkt. Hiervoor is niet vereist dat de afnemer in faillissement is. Het verzoek moet u binnen één maand na het aangiftetijdvak waarin duidelijk is geworden dat de debiteur de factuur niet betaalt indienen.
Nieuwe regeling voor BTW privégebruik auto
Met ingang van 1 juli 2011 is de regeling voor de BTW-correctie privégebruik auto ingrijpend gewijzigd. Vanaf dat moment wordt het privégebruik van een auto van de zaak voor de BTW in beginsel belast naar het werkelijke privégebruik van de auto. Hierbij wordt het woon-werkverkeer als privégebruik aangemerkt. Met ingang van 1 juli 2011 wordt niet langer de bijtelling voor de inkomsten- en loonbelasting als uitgangspunt genomen voor de correctie voor de BTW. Het privégebruik auto is voor de BTW vanaf 1 juli 2011 als fictieve dienst in beginsel belast naar het werkelijke privégebruik van de auto. Aangezien het bijhouden en de administratie van het werkelijke privégebruik een flinke klus is, wordt goedgekeurd dat 2,7% van de catalogusprijs van de auto (dat is de prijs inclusief BTW en BPM) als correctie voor de BTW in aanmerking mag worden genomen. Als aangetoond kan worden dat het werkelijk privégebruik lager is, mag de BTW gecorrigeerd worden op basis van dit lagere gebruik. Dit zal onder andere bij wat oudere auto’s of auto’s die onder de BTW-margeregeling zijn aangekocht het geval zijn. Als de werknemer een vergoeding betaalt aan de werkgever voor het ter beschikking stellen van de auto, moet de werkgever uit die vergoeding 19% BTW afdragen en is in beginsel geen correctie meer nodig. Om te voorkomen dat de BTW-correctie wordt ontgaan door het berekenen van lage vergoedingen, wordt de vergoeding in dit soort situaties gesteld op de normale waarde van het privégebruik. Onder normale waarde moet worden verstaan de prijs die een onafhankelijke marktpartij in rekening zou brengen voor het privégebruik.
De nieuwe regeling is op 1 juli 2011 in werking getreden en is een gevolg van een uitspraak van de rechtbank waarin werd aangevochten dat de BTW-correctie moest worden berekend over het hoge bijtellingspercentage van het privégebruik auto voor de inkomsten- en loonbelasting. De ondernemer vond het niet terecht dat over een auto met een bijtelling van 14% een lagere BTW-correctie hoefde te worden gedaan dan over een auto met een bijtellingspercentage van 20% of 25%. De ondernemer kreeg gelijk van Rechtbank Haarlem. Iedere ondernemer voor de BTW, in de periode vóór 1 juli 2011 kan op grond van de uitspraak van Rechtbank Haarlem een beroep doen op een btw-correctie over het lagere bijtellingspercentage. Aangezien voor 2011 een bijtellingspercentage van 0% geldt voor elektrische auto’s, is het zelfs misschien mogelijk dat over het eerste halfjaar van 2011 uitgegaan wordt van 0%. Het is in ieder geval verdedigbaar. Dat geldt ongeacht of voor de loon- en inkomstenbelasting wel 20% of 25% bijgeteld moet worden.
Check herziening van BTW
Als u in het verleden roerende of onroerende zaken heeft gekocht waarbij BTW geheel of deels in aftrek is gebracht, dan kan het zijn dat deze BTW-aftrek moet worden herzien. Herziening kan zich voordoen als het gebruik van de roerende of onroerende zaken wijzigt. Dit is bijvoorbeeld het geval als u een pand in 2011 bent gaan gebruiken voor vrijgestelde prestaties terwijl u voorheen BTW-belaste prestaties verrichtte. Andersom is ook mogelijk; u bent een pand gaan gebruiken voor belaste prestaties, terwijl u voorheen vrijgestelde prestaties verrichtte. In beide gevallen moet u de BTW herzien. Voor onroerende zaken geldt een herzieningstermijn van tien jaar, voor roerende zaken geldt een termijn van vijf jaar. Op het investeringstijdstip moet al rekening worden gehouden met privégebruik, dus met een beperkte aftrek van de voorbelasting met een eventuele correctie in de komende vijf of tien jaar.
Vorm of verbreek een fiscale eenheid BTW
Een fiscale eenheid voor de btw kan uit praktisch oogpunt voordelig zijn. De in de fiscale eenheid opgenomen ondernemingen hoeven op onderlinge prestaties immers geen BTW te berekenen. Er kleven echter ook nadelen aan zo’n fiscale eenheid. Het belangrijkste nadeel is de hoofdelijke aansprakelijkheid die bestaat voor de BTW-schulden van alle ondernemingen die deel uitmaken van de fiscale eenheid. Het verbreken van een fiscale eenheid moet zo snel mogelijk schriftelijk aan de Belastingdienst worden gemeld. De hoofdelijke aansprakelijkheid loopt anders ten onrechte door en dat kan grote gevolgen hebben. Tijdig melden dus! Overigens wordt een verzoek om verbreking van de fiscale eenheid door de Belastingdienst slechts geaccordeerd als er in financieel, organisatorisch en economisch opzicht geen sprake meer is van een eenheid.
Kleine-ondernemersregeling
De omzetbelasting kent een speciale regeling voor ondernemers/natuurlijke personen die op jaarbasis maximaal € 1.883 aan BTW verschuldigd zijn. Dit bedrag is na aftrek van de voorbelasting. Als u in aanmerking komt voor deze regeling hoeft u een deel of de gehele BTW niet te voldoen. Als u op jaarbasis niet meer dan € 1.345 aan BTW bent verschuldigd geldt een volledige vermindering. U moet er wel rekening mee houden dat het bedrag van de vermindering tot het inkomen in box 1 hoort, dus helemaal belastingvrij is de regeling niet. Als de verschuldigde BTW op jaarbasis minder bedraagt dan € 1.345 kunt u de Belastingdienst zelfs verzoeken om een ontheffing van de factureer- en aangifteverplichting. De Belastingdienst zal bij tegemoetkoming aan dit verzoek wel voorwaarden stellen.
B2B-diensten voor de BTW
Per 1 januari 2010 is de BTW-regeling vereenvoudigd voor ondernemers die grensoverschrijdende diensten verrichten binnen de EU. Vanaf deze datum geldt voor diensten van bedrijven die aan andere bedrijven diensten verrichten (de zogenoemde business to business (B2B-diensten) het bestemmingslandbeginsel. Bepalend voor de BTW is de plaats waar de afnemer van de dienst is gevestigd. De regeling houdt in dat een Nederlands bedrijf die aan een in een ander EU-land gevestigd bedrijf een dienst verricht, de BTW verlegt naar deze buitenlandse ondernemer. De Nederlandse BTW-ondernemer moet in dat geval nog wel een opgave van deze EU-diensten verstrekken aan de Belastingdienst. Op de B2B-regeling gelden diverse uitzonderingen. Zo zijn bijvoorbeeld vervoersdiensten of de verhuur van vervoersmiddelen van de regeling uitgezonderd.
BTW-aangifte doen per maand of per kwartaal?
BTW-aangiften mogen per maand of per kwartaal worden gedaan. Het doen van aangifte per kwartaal kan de ondernemer een liquiditeitsvoordeel opleveren. Daarnaast zijn ook de administratieve lasten van een kwartaalaangifte minder groot dan bij een maandaangifte. Als de aangifte BTW doorgaans tot een teruggave leidt, is het voordeliger om de aangifte BTW per maand te blijven doen of te gaan doen.
Terugvragen buitenlandse BTW
Sinds 1 januari 2010 geldt een nieuwe regeling voor het terugvragen van buitenlandse EU-BTW. Hierdoor moeten EU-ondernemers bij hun nationale Belastingdienst de buitenlandse BTW terugvragen door middel van een speciaal elektronisch verzoek. De deadline voor het indienen van een teruggaafverzoek van buitenlandse EU-BTW die u in 2011 in rekening is gebracht is 30 september 2012.