Vordering uit borgstelling naar aanleiding van een kredietovereenkomst.
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 18-03-2015
- Datum publicatie
- 21-04-2015
- Zaaknummer
- C/17/131053
- Rechtsgebieden
- Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
- Eerste aanleg – enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
Vordering uit borgstelling naar aanleiding van een kredietovereenkomst
- Vindplaatsen
- Rechtspraak.nl
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 18 maart 2015
in de hoofdzaak met zaaknummer / rolnummer: C/17/131053 / HA ZA 13-352 van
de naamloze vennootschap
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in conventie,
gedaagde in reconventie,
advocaat mr. D.K. Greveling, kantoorhoudende te Hilversum,
tegen
1[gedaagde 1],
wonende te Lemmer,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. J.W. de Vries, kantoorhoudende te Leeuwarden,
2. [gedaagde 2],
wonende te Lemmer,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. M. Russchen, kantoorhoudende te Amersfoort,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ARIANA BEHEER B.V.,
gevestigd te Lemmer,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. J.W. de Vries, kantoorhoudende te Leeuwarden,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
I CONCUR B.V.,
gevestigd te Lemmer,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M. Russchen, kantoorhoudende te Amersfoort,
en in de vrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer C/17/133690 / HA ZA 14-114 van
[eiser vrijwaring],
wonende te Lemmer,
eiser,
advocaat mr. J.W. de Vries, kantoorhoudende te Leeuwarden,
tegen
[gedaagde vrijwaring],
wonende te Langweer,
gedaagde,
advocaat mr. M. Russchen, kantoorhoudende te Amersfoort.
Partijen zullen hierna ABN Amro enerzijds en [eiser 1 hoofdzaak], [eiser 2 hoofdzaak], Ariana Beheer, I Concur en [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] anderzijds genoemd worden. [eiser 1 hoofdzaak] en Ariana Beheer zullen voorts tezamen [eiser 1 hoofdzaak] c.s. genoemd worden, terwijl [eiser 2 hoofdzaak] en I Concur voorts [eiser 2 hoofdzaak] c.s. genoemd zullen worden.
1De procedure in de hoofdzaak
- –het vonnis in het vrijwaringsincident van 26 februari 2014
- –de conclusie van antwoord van de zijde van [eiser 1 hoofdzaak] c.s.
- –de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende conclusie van eis in reconventie van de zijde van [eiser 2 hoofdzaak] c.s.
- –de conclusie van repliek ten aanzien van [eiser 1 hoofdzaak] c.s.
- –de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie ten aanzien van [eiser 2 hoofdzaak] c.s.
- –de conclusie van dupliek in conventie van de zijde van [eiser 1 hoofdzaak] c.s.
- –de conclusie van dupliek in conventie, tevens houdende conclusie van repliek in reconventie en akte vermindering van eis in reconventie van de zijde van [eiser 2 hoofdzaak] c.s.
- –de conclusie van dupliek in reconventie.
2De procedure in de vrijwaringszaak
- –de dagvaarding
- –de conclusie van antwoord
- –de conclusie van repliek
- –de conclusie van dupliek.
3De feiten
in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
[eiser 1 hoofdzaak] is enig bestuurder van Ariana Beheer. [eiser 2 hoofdzaak] is enig bestuurder van
I Concur.
Ariana Beheer en I Concur hebben op 11 juli 2011 de besloten vennootschap Friesland Telecom B.V. (hierna: Friesland Telecom) opgericht. Ariana Beheer en I Concur waren beiden bestuurder en aandeelhouder (ieder 50%) van Friesland Telecom.
Friesland Telecom had ten doel telecommunicatie activiteiten te ontplooien in de meest ruime zin van het woord.
KREDIETOVEREENKOMST
Ondergetekenden:
1. Friesland Telecom BV, gevestigd te Lemmer,
Ariana Beheer B.V., gevestigde te Lemmer,
I Concur B.V., gevestigd te Lemmer,
hierna (zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk) te noemen “Kredietnemer”,
2. ABN AMRO Bank N.V. […]
zijn overeengekomen als volgt:
De Kredietnemer krijgt op basis van de aan ABN AMRO verstrekte informatie een faciliteit ter beschikking tegen de in deze overeenkomst bijbehorende bijlage vermelde condities. De faciliteit dient ter financiering van de bedrijfsuitoefening van Kredietnemer.
Het Borgstellingskrediet dient in het bijzonder ter financiering van bedrijfsuitrusting, goodwill en verbouwing huurpand.
Omvang faciliteit EUR 150.000,00
Samenstelling
Rekening-courant krediet EUR 50.000,00
Borgstellingskrediet EUR 200.000,00
[…]
Zekerheden en verklaringen
– Borgstelling van EUR 50.000,00, te vermeerderen met rente en kosten, van de heer [gedaagde 2], wonende te Lemmer.
– Borgstelling van EUR 50.000,00, te vermeerderen met rente en kosten, van de heer [gedaagde 1], wonende te Lemmer.
– Hoofdelijke aansprakelijkheid van alle onder 1 vermelde partijen op grond van het bepaalde onder I.4 van de Algemene Bepalingen voor Kredietverlening door ABN AMRO.
– Pandrecht voorraden.
– Pandrecht bedrijfsinventaris.
– Pandrecht vorderingen.
– Op eerste verzoek zal de Kredietnemer aan ABN AMRO een (periodieke) gespecificeerde en rechtsgeldig ondertekende opgave van zijn handelsvorderingen verstrekken door middel van een door ABN AMRO daartoe aan de Kredietnemer ter beschikking te stellen formulier, vergezeld van een debiteurenlijst.
– Achterstelling jegens ABN AMRO van de vordering op de Kredietnemer, van EUR 50.000,00, van JWS Liditel Telecom B.V., blijkens tussen partijen te sluiten/gesloten leningovereenkomst.
– Een pandrecht op de goederen zoals genoemd in artikel 24 van de Algemene Bankvoorwaarden.
– Een pandrecht op de vorderingen uit hoofde van regres en subrogatie in het kader van de hoofdelijkheid zoals beschreven onder I.4.3. van de Algemene Bepalingen voor Kredietverlening door ABN AMRO.
Overige Bepalingen
– Het Borgstellingskrediet wordt verstrekt onder borgstelling van de Staat der Nederlanden in de zin van het Kaderbesluit EZ-subsidies (“Kaderbesluit”) en hoofdstuk 2 van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen (“Subsidieregeling”).
[…]
De samenwerking tussen Ariana Beheer ([eiser 1 hoofdzaak]) en I Concur ([eiser 2 hoofdzaak]) verliep niet zoals verwacht. Ariana Beheer ([eiser 1 hoofdzaak]) heeft zich feitelijk in januari 2012 teruggetrokken uit Friesland Telecom. Ariana Beheer ([eiser 1 hoofdzaak]) en I Concur ([eiser 2 hoofdzaak]) hebben vervolgens besloten dat zij uit elkaar zouden gaan. Daartoe zijn zij met elkaar in onderhandeling getreden over de verkoop van de aandelen van Ariana Beheer in Friesland Telecom aan
I Concur.
[…]
Naar aanleiding van het gesprek dat ik vanmorgen had met [qqqq] ([qqqq] [mmm], medewerker van ABN Amro, toevoeging rechtbank) wil ik je graag als volgt terugkoppelen;
Om tot een zo snel mogelijke aandelenoverdracht te komen is jouw persoonlijke borgstelling eigenlijk de grootste “sta in de weg”. Om toch snel te kunnen schakelen ben ik in overleg met [qqqq] tot de navolgende oplossing gekomen. Ten aanzien van de persoonlijke borgstelling door jouw afgegeven, betrekking hebbende op de door de ABN AMRO verstrekte financiering aan Friesland Telecom BV, sluiten wij samen een overeenkomst waarbij ik verklaar deze borgstelling van jouw over te nemen. (deze overeenkomst heb ik in concept bijgevoegd). […]
Dit betekent dat jij dan “hands clean” bent ten aanzien van de door jouw afgegeven borgstellingen.
Voor wat betreft de ABN borgstelling zullen we dan later in tijd alsnog gaan kijken hoe we deze “officieel” kunnen laten vervallen, maar da’s voor later en ook niet jouw zorg, jij hebt tenslotte de door mij getekende overeenkomst.
[…]
[…]
Nee ik wil totaal geen verbondenheid meer in deze.
Dus de route snap ik wel degelijk.
Echter koop ik niks voor die overeenkomst van jou.
Als de onderneming ten onder gaat sta ik officieel 40 K prive garant.
Gezien jou persoonlijke situatie betekent het in feite dat jij 80 K moet opbrengen en die zekerheid kan jij mij momenteel niet geven.
[…]
Snap je bedoeling maar het word niks.
Op of omstreeks 5 juni 2012 heeft de aandelenoverdracht plaatsgevonden, waarbij Ariana Beheer haar aandelen in Friesland Telecom heeft overgedragen aan
I Concur.
[…]
Hierbij conceptovereenkomst zoals zojuist besproken.
Je kan bij [qqqq] eventueel nog bevestiging vragen van de “zekerheid” en kredietwaardigheid van mijn moeder. […]
[…]
Zie ook onderstaande terugkoppeling van [ooo] ([eiser 1 hoofdzaak], toevoeging rechtbank),
Middels deze een verzoekje of jij mij per e-mail kan terugkoppelen, dat op basis van de aangeleverde IB aangifte 2011, ABN AMRO kan bevestigen dat mevrouw E.N. [eiser 2 hoofdzaak] [xxx] voldoende kredietwaardig is om garant te staan voor de persoonlijke borgstelling afgegeven door de heer [gedaagde 1] met betrekking tot de financieringsovereenkomst verstrekt aan Friesland Telecom BV.
Dan kan ik in de overeenkomst die we laten bekrachtigen bij de notaris daarnaar verwijzen en tevens vermelden dat mocht in de kredietwaardigheidspositie van mijn moeder een verandering optreden wij hierover de heer [eiser 1 hoofdzaak] dienen te informeren.
Denk dat we het dan op alle vlakken goed en netjes afgedicht hebben.
[…]
Nog even te info.
Vorige week heb ik onderstaande bevestigd aan [ooo].
VERKLARING EN OVEREENKOMST TOT OVERNAME PERSOONLIJKE BORGSTELLING
Middels deze overeenkomst komen mevrouw [gedaagde vrijwaring] […] en de heer [ooo] [eiser 1 hoofdzaak] […] het volgende overeen;
Uitgangspunten;
In het kader van de door de ABN AMRO Bank NV verstrekte kredietovereenkomst aan Friesland Telecom BV heeft de heer [gedaagde 1] een (persoonlijke) borgstelling (BMKB) getekend d.d. 5 augustus 2011.
Daar de heer [gedaagde 2] en de heer [gedaagde 1] overeen zijn gekomen dat de door de heer [eiser 1 hoofdzaak] lees Ariana Beheer BV gehouden aandelen in Friesland Telecom BV zullen worden overgedragen aan de heer [eiser 2 hoofdzaak] lees I Concur BV wil de heer [eiser 1 hoofdzaak] niet langer gehouden worden aan de mogelijke verplichting voortvloeiende uit deze (persoonlijke) borgstelling.
Middels deze overeenkomst verklaart mevrouw E.N. [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] dat zij de volledige verplichting voortvloeiende uit de door de heer [eiser 1 hoofdzaak] afgegeven persoonlijke borgstelling, betrekking hebbende op hierboven genoemde BMKB overeenkomst, integraal en zonder enig voorbehoud overneemt op het moment dat de heer [eiser 1 hoofdzaak] hierop door ABN AMRO wordt aangesproken.
De kredietwaardigheid van mevrouw [eiser 2 hoofdzaak] is door ABN AMRO getoetst en afdoende gebleken aan de hand van de door haar verstrekte IB aangifte 2011.
[…]
[…]
Ik snap je probleem met Friesland Telecom. Maar zo simpel als jij het stelt werkt het uiteraard niet.
In feite heeft de bank alle reden om de hoofdelijkheid van jou holding erin te houden. (Fors negatief vermogen, ontstaan uit het eerste jaar). Het feit dat jij uit de BV stapt heeft daar qua aansprakelijkheid niets mee te maken.
Nu weet je dat ik daar al druk mee bezig ben om het toch zo te regelen dat we het voor elkaar krijgen dat jij er volledig uit gehaald wordt. De onderstaande mail voegt wat mij betreft hier niet veel aan toe. Of dit aan het eind van deze maand daadwerkelijk van kracht zal zijn kan ik je niet beloven maar je weet dat ik mijn best voor je doe.
LAST TOT INCASSO OP EIGEN NAAM
ONDERGETEKENDE:
De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Minister van Economische Zaken, zetelende te Den Haag;
IN AANMERKING NEMENDE:
a. dat tussen ABN AMRO Bank NV, gevestigd te Amsterdam, en de Staat der Nederlanden vertegenwoordigd door de Minister van Economische Zaken, hierna: de Staat van kracht is de Regeling Borgstelling MKB-kredieten 2002, hierna: de Borgstellingsregeling;
b. dat ABN AMRO Bank NV bij kredietovereenkomst van 5 augustus 2011 een kredietfaciliteit heeft verstrekt aan Friesland Telecom BV, alsmede aan de mede hoofdelijk aansprakelijke Ariana Beheer BV en I Concur BV, alle gevestigd te Lemmer, bestaande uit onder meer een borgstellingskrediet in de vorm van een 6-jarige lening, in hoofdsom groot EUR 200.000,00, welk borgstellingskrediet is verstrekt onder borgstelling van de Staat in de zin van de Borgstellingsregeling;
c. dat de Staat uit hoofde van de Borgstellingsregeling een bedrag van EUR 148.781,96 aan de ABN AMRO Bank NV heeft uitgekeerd;
VERKLAART ALS VOLGT:
De Staat bevestigt dan wel bekrachtigt hierbij dat ABN AMRO Bank NV gemachtigd is om namens de Staat tot de incasso van de vordering op Friesland Telecom BV cs te Lemmer, alsmede op de heren [gedaagde 2] en [gedaagde 1] uit hoofde van een door hen ten aanzien van deze vennootschappen afgegeven borgstelling, over te gaan en zo nodig op eigen naam in rechte betaling te vorderen;
[…]
“Gedurende vijf jaar nadat de Bank uit hoofde van het bedrijfsborgstellingskrediet door de Staat is betaald, is de Bank gehouden die pogingen in het werk te stellen om namens de Staat het door de Staat betaalde bedrag in te vorderen, die de Bank in het werk zou hebben gesteld indien het krediet voor eigen rekening en risico door de Bank zou zijn verstrekt. De Staat machtigt met het oog hierop de Bank tot invordering bij de kredietnemer van de door deze aan de Staat verschuldigde bedragen.”
4De vordering in de hoofdzaak
in conventie
a. [eiser 1 hoofdzaak] als borg veroordeelt om aan ABN Amro te betalen een bedrag van
EUR 50.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
b. [eiser 2 hoofdzaak] als borg veroordeelt om aan ABN Amro te betalen een bedrag van EUR 50.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
c. Ariana Beheer en I Concur hoofdelijk veroordeelt om aan ABN Amro te betalen, des dat de één betaalt, de ander zal zijn bevrijd, een bedrag van EUR 193.283,79, te vermeerderen met de overeengekomen variabele rente daarover vanaf 1 juli 2013 tot de dag der algehele voldoening;
d. ieder van gedaagden veroordeelt in zijn/haar aandeel van de kosten van deze procedure (de eventuele b.t.w. over de deurwaarderskosten daarin begrepen).
in reconventie
a. ABN Amro veroordeelt tot betaling van schadevergoeding aan I Concur van EUR 73.794,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 juli 2014 tot de dag de algehele voldoening;
b. bepaalt dat [eiser 2 hoofdzaak] c.s. gerechtigd is om tot verrekening over te gaan van het bedrag waartoe zij mogelijk veroordeeld worden als gedaagden in conventie;
c. ABN Amro veroordeelt in de kosten van de procedure in reconventie.
5De vorderingen in de vrijwaringszaak
1. [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] veroordeelt te voldoen aan haar verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst, inhoudende dat [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] binnen twee dagen na het in de hoofdzaak te wijzen vonnis over zal gaan tot betaling van het bedrag waartoe [eiser 1 hoofdzaak] – uit hoofde van de tussen [eiser 1 hoofdzaak] en ABN Amro gesloten borgstelling – wordt veroordeeld, dit op verbeurte van een dwangsom van EUR 500,00 per dag indien [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] niet aan het vonnis voldoet;
2. [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] veroordeelt in de kosten aan de zijde van [eiser 1 hoofdzaak] in zowel vrijwaring als in de hoofdzaak.
6Het geschil en de beoordeling daarvan
In de hoofdzaak in conventie en in reconventie
De rechtbank is van oordeel dat uit de tekst van de “verklaring en overeenkomst tot overname persoonlijke borgstelling” van 28 september 2012/7 november 2012 niet blijkt van een voltooide schuldoverneming. Integendeel, uit de tekst volgt naar het oordeel van de rechtbank veeleer de juistheid van de stellingen van ABN Amro. Bepaald is immers dat [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] de verplichting voortvloeiende uit de door de heer [eiser 1 hoofdzaak] afgegeven persoonlijke borgstelling integraal en zonder enig voorbehoud overneemt op het moment dat de heer [eiser 1 hoofdzaak] hierop door ABN AMRO wordt aangesproken (onderstreping rechtbank).
Bij een voltooide schuldoverneming zou geen sprake meer zijn van het aanspreken van [eiser 1 hoofdzaak] door ABN Amro, maar zou ABN Amro zich rechtstreeks tot [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] hebben te wenden. Uit deze overeenkomst volgt naar het oordeel van de rechtbank derhalve slechts dat – zoals ABN Amro heeft aangevoerd – [eiser 1 hoofdzaak] en [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] onderling zijn overeengekomen dat indien [eiser 1 hoofdzaak] door ABN Amro wordt aangesproken uit hoofde van de borgstelling, [eiser 1 hoofdzaak] op zijn beurt [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] kan aanspreken.
[eiser 1 hoofdzaak] kan voorts niet gevolgd worden in zijn betoog dat hij – kort samengevat – slechts bereid was om de aandelen van Ariana Beheer in Friesland Telecom aan I Concur over te dragen als de borgstelling ook overgenomen zou worden. Zoals ABN Amro terecht heeft gesteld, zijn de aandelen reeds op 5 juni 2012 overgedragen, terwijl de correspondentie waarnaar [eiser 1 hoofdzaak] verwijst en waaruit de (impliciete) toestemming van ABN Amro zou moeten blijken, van nadien dateert. Overigens is de rechtbank van oordeel dat uit deze latere e-mailcorrespondentie niet blijkt van de (impliciete) toestemming van ABN Amro. Ook de enkele omstandigheid dat ABN Amro de kredietwaardigheid van [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] heeft onderzocht, is daartoe onvoldoende. ABN Amro heeft immers gemotiveerd gesteld dat zij vervolgens heeft besloten om – om andere redenen – niet in te stemmen met de schuldoverneming. Ook de omstandigheid dat in het e-mailbericht van 4 februari 2013 slechts wordt gesproken over de hoofdelijkheid van Ariana Beheer en niet over de borgstelling, kan niet tot een ander oordeel leiden. ABN Amro heeft hiertegen aangevoerd dat die brief enkel ging om deze hoofdelijkheid en niet over de borgstelling, zodat de omstandigheid dat de borgstelling niet in deze brief wordt genoemd, geen enkele indicatie is dat deze toen niet meer bestond. Slechts de e-mailberichten van
25 mei 2012 dateren van vóór de overname van de aandelen. In die e-mailberichten is de overname van de borgstelling door [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] echter nog niet aan de orde.
De enkele omstandigheid dat ABN Amro Ariana Beheer niet uit haar hoofdelijkheid heeft ontslagen – hetgeen Ariana Beheer ABN Amro eveneens verwijt – is naar het oordeel van de rechtbank niet als toerekenbaar tekortschieten door ABN Amro aan te merken. ABN Amro is daartoe immers niet gehouden, ook niet in het geval zoals het onderhavige, waarin Ariana Beheer zich feitelijk in januari 2012 had teruggetrokken uit Friesland Telecom en vervolgens ook haar zeggenschap in Friesland Telecom had verloren door de overdracht van de aandelen op 5 juni 2012 en het aftreden als bestuurder op 6 juni 2012. Door Ariana Beheer is onvoldoende onderbouwd gesteld dat ABN Amro daadwerkelijk heeft toegezegd dat zij tot ontslag van Ariana Beheer uit haar hoofdelijkheid zou overgaan. Uit de in het geding gebrachte correspondentie – zoals het e-mailbericht van
4 februari 2013 (r.o. 3.16) – blijkt slechts dat ABN Amro ([qqqq] [mmm]) zich daarvoor heeft ingespannen maar daarbij is tevens opgemerkt dat het niet “zo simpel […] werkt” en dat ABN Amro alle belang heeft om “de hoofdelijkheid van jou holding erin te houden”.
– dagvaardingskosten EUR 53,88 (EUR 107,76 : 2)
– griffierecht EUR 1.857,50 (EUR 3.715,00 : 2)
– salaris voor de advocaat EUR 5.000,00 (2,5 punten x tarief EUR 2.000,00)
Totaal EUR 6.911,38.
– dagvaardingskosten EUR 53,88 (EUR 107,76 : 2)
– griffierecht EUR 1.857,50 (EUR 3.715,00 : 2)
– salaris voor de advocaat EUR 3.000,00 (1,5 punten x tarief EUR 2.000,00)
Totaal EUR 4.911,38.
– salaris voor de advocaat EUR 894,00 (0,5 x 2 punten x tarief EUR 894,00).
In de vrijwaringszaak
7. Voor het geval [eiser 1 hoofdzaak] in de hoofdzaak zou worden veroordeeld tot betaling aan ABN Amro uit hoofde van de borgstelling van 5 augustus 2011, heeft [eiser 1 hoofdzaak] gesteld dat [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] op grond van de “verklaring en overeenkomst tot overname persoonlijke borgstelling” van 28 september 2012/7 november 2012 gehouden is tot betaling van dit bedrag aan [eiser 1 hoofdzaak], dan wel dat zij rechtstreeks en bevrijdend mag betalen aan ABN Amro. Indien de rechtbank in de hoofdzaak tot het oordeel komt dat er geen sprake is van een voltooide schuldoverneming, is [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst gehouden om tot betaling van dit bedrag over te gaan, aldus [eiser 1 hoofdzaak].
8. [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] heeft hiertegen aangevoerd dat nadat was gebleken dat ABN Amro geen medewerking zou verlenen aan ontslag van [eiser 1 hoofdzaak] uit zijn persoonlijke borgstelling, de “verklaring en overeenkomst tot overname persoonlijke borgstelling” door zowel [eiser 1 hoofdzaak] als door [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] is ondertekend. Volgens [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] is er geen sprake van een voltooide schuldoverneming, zoals in artikel 6:155 Burgerlijk Wetboek bedoeld. Volgens [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] kwalificeert de in de “verklaring en overeenkomst tot overname persoonlijke borgstelling” als een borgtocht, zoals in artikel 7:850 Burgerlijk Wetboek bedoeld. Artikel 7:858 lid 1 Burgerlijk Wetboek – dat dwingendrechtelijk is omdat [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] een particuliere borg is – bepaalt dat een borgtocht slechts geldig is voor zover een in geld uitgedrukt maximum bedrag is overeengekomen. In de “verklaring en overeenkomst tot overname persoonlijke borgstelling” is geen in geld uitgedrukt maximum bedrag overeengekomen, zodat de borgtocht volgens [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] op grond van artikel 3:40 lid 2 Burgerlijk Wetboek vernietigbaar is. Bij brief van 12 juni 2014 heeft (de advocaat van) [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] de onderhavige borgtocht rechtsgeldig vernietigd, aldus nog steeds [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx]. Op grond van het voorgaande stelt [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] zich op het standpunt dat de vordering van [eiser 1 hoofdzaak] dient te worden afgewezen.
9. [eiser 1 hoofdzaak] heeft betwist dat sprake is van een borgtochtovereenkomst tussen hem en [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx].
10. De rechtbank stelt voorop dat op grond van artikel 7:850 Burgerlijk Wetboek borgtocht de overeenkomst is waarbij de ene partij, de borg, zich tegenover de andere partij, de schuldeiser, verbindt tot nakoming van een verbintenis, die een derde, de hoofdschuldenaar, tegenover de schuldeiser heeft of zal krijgen. Daarbij is niet de benaming van de overeenkomst doorslaggevend maar de vraag naar de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
11. In de onderhavige “verklaring en overeenkomst tot overname persoonlijke borgstelling” heeft [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] zich jegens [eiser 1 hoofdzaak] verbonden dat zij “de volledige verplichting voortvloeiende uit de door de heer [eiser 1 hoofdzaak] afgegeven persoonlijke borgstelling […] integraal en zonder enig voorbehoud overneemt op het moment dat de heer [eiser 1 hoofdzaak] hierop door ABN Amro wordt aangesproken”. Materieel gezien komt het er naar het oordeel van de rechtbank op neer dat ook [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] zich in haar verhouding tot [eiser 1 hoofdzaak] borg heeft gesteld voor de kredietnemers bij de onderhavige kredietovereenkomst, waarbij [eiser 1 hoofdzaak] en [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] zijn overeengekomen dat in hun onderlinge verhouding [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] draagplichtig is. Evenals [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] heeft aangevoerd, is de rechtbank dan ook van oordeel dat de onderhavige “verklaring en overeenkomst tot overname persoonlijke borgstelling” als een borgtocht in de zin van artikel 7:850 Burgerlijk Wetboek dient te worden gekwalificeerd.
12. Omdat de onderhavige “verklaring en overeenkomst tot overname persoonlijke borgstelling” niet aan het in artikel 7:858 lid 1 bedoelde geldigheidsvereiste voldoet omdat geen in geld uitgedrukt maximum bedrag is overeengekomen, heeft de vernietiging van deze overeenkomst door [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] bij brief van 12 juni 2014 naar het oordeel van de rechtbank effect gesorteerd. Gelet hierop zal de vordering van [eiser 1 hoofdzaak] worden afgewezen.
13. [eiser 1 hoofdzaak] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van [eiser 2 hoofdzaak]-[xxx] worden vastgesteld op:
– griffierecht EUR 1.519,00
– salaris voor de advocaat EUR 1.788,00 (2 punten x tarief EUR 894,00)
Totaal EUR 3.307,00.
5De beslissing
De rechtbank
In de hoofdzaak
in conventie
veroordeelt [eiser 1 hoofdzaak] om aan ABN Amro te betalen een bedrag van
EUR 50.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding (14 november 2013) tot de dag der algehele voldoening,
in reconventie
In de vrijwaringszaak
Dit vonnis is gewezen door mr. S.B. van Baalen en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2015.1