RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie ‘s-HertogenboschZaaknummer : 798980 / 253
Rolnummer : 11 – 11832
Uitspraak : 7 juni 2012
in de zaak van:
de besloten vennootschap Vastgoed Service Center B.V.,
gevestigd te Lelystad,
eiseres,
gemachtigde: GGN Brabant,
t e g e n :
[gedaagde]
wonende en zaakdoende te [woonplaats],
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen zullen verder worden aangeduid als ‘VSC’ en ‘[gedaagde]’.
1. De verdere procedure
Na het tussenvonnis van 8 maart 2012 heeft VSC op de rolzitting van 5 april 2012 een akte uitlating genomen. Vervolgens heeft [gedaagde] op de rolzitting van 3 mei 2012 mondeling gereageerd. Daarna is vonnis bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1. De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 8 maart 2012 en blijft bij wat daarin is overwogen en beslist.
2.2. Omdat in dat vonnis reeds op de vordering in reconventie is beslist, behoeft die vordering in dit vonnis geen bespreking meer. Daarom zal slechts de vordering in conventie worden besproken en slechts op die vordering worden beslist.
2.3. Naar het oordeel van de kantonrechter is VSC er niet in geslaagd te bewijzen dat het TMS–programma aan [gedaagde] is geleverd. Op grond van artikel 2 Auteurswet juncto artikel 3:96 BW dienen zaken als de onderhavige te worden geleverd door een daartoe bestemde akte. De enkele vermelding van de wijze waarop een computerprogramma kan worden geïnstalleerd in een nieuwsbrief kan niet worden gekwalificeerd als een leveringsakte. Nog daargelaten dat uit de door VSC geproduceerde stukken niet zonder meer blijkt dat [gedaagde] de nieuwsbrieven die VSC heeft overgelegd ook heeft ontvangen (er blijkt immers alleen uit dat [gedaagde] op 7 juli 2010 was aangemeld voor de nieuwsbrief) levert het enkele versturen van de nieuwsbrieven dus geen levering van de licentie van het TMS-programma op.
2.4. De vordering in conventie betreft slechts facturen voor het TMS-programma, en is, omdat niet in rechte vast is komen te staan dat dat programma is geleverd, niet toewijsbaar.
2.5. VSC wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten in conventie. Die worden op nihil begroot omdat onbekend is (of en zo ja) welke kosten [gedaagde] heeft gehad.
3. De beslissing
De kantonrechter:
wijst de vordering in conventie af;
veroordeelt VSC in de proceskosten, die tot op heden aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. P.A.M. Penders, kantonrechter, en in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 juni 2012.
Zaaknummer: 798980 / 253 blad 2
vonnis |