Leges in verband met verstrekken van kopieën in het kader van een Wob-verzoek. Eiser is van mening dat verweerder ten onrechte voorbij is gegaan aan zijn verzoek om vooraf opgave te doen van de aan de inwilliging van het Wob-verzoek verbonden kosten. Daarnaast heeft eiser zich op het standpunt gesteld dat volgens jurisprudentie in het kader van de Wob geen leges in rekening kunnen worden gebracht. De rechtbank is van oordeel dat uit het Wob-verzoek van eiser niet kan worden opgemaakt dat eiser het verstrekken van de informatie afhankelijk heeft willen stellen van een voorafgaande kostenopgave. Verder is eiser volgens de Verordening op de heffing en invordering van leges 2013 en de daarbij behorende tarieventabel van de gemeente Heerlen leges verschuldigd.
- Instantie
- Rechtbank Limburg
- Datum uitspraak
- 11-06-2014
- Datum publicatie
- 28-01-2015
- Zaaknummer
- AWB-13_1792u
- Rechtsgebieden
- Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
- Bodemzaak
Eerste aanleg – enkelvoudig - Inhoudsindicatie
-
Verweerder heeft aan eiser een legesaanslag opgelegd ten bedrage van € 5,10 in verband met het verstrekken van kopieën in het kader van een Wob-verzoek. Eiser is van mening dat verweerder ten onrechte voorbij is gegaan aan zijn verzoek om vooraf opgave te doen van de aan de inwilliging van het Wob-verzoek verbonden kosten. Daarnaast heeft eiser zich op het standpunt gesteld dat volgens jurisprudentie in het kader van de Wob geen leges in rekening kunnen worden gebracht. De rechtbank is van oordeel dat uit het Wob-verzoek van eiser niet kan worden opgemaakt dat eiser het verstrekken van de informatie afhankelijk heeft willen stellen van een voorafgaande kostenopgave. Verder is eiser volgens de Verordening op de heffing en invordering van leges 2013 en de daarbij behorende tarieventabel van de gemeente Heerlen leges verschuldigd.
- Vindplaatsen
- Rechtspraak.nl
Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 13 / 1792
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 juni 2014 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
(gemachtigde: mr. drs. C.M.J.E.P. Meerts),
en
de heffingsambtenaar van stadsregio Parkstad Limburg, verweerder
(gemachtigden: mr. M.G.G. Hilkens en [gemachtigde]).
Procesverloop
Bij besluit van 1 april 2013 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiser een legesaanslag opgelegd ten bedrage van € 5,10.
Voornoemde leges is geheven in verband met het verstrekken van kopieën in het kader van een WOB-verzoek.
Bij besluit van 19 juni 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen de legesaanslag ongegrond verklaard en de legesaanslag gehandhaafd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 mei 2014. Eiser en zijn gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
Overwegingen
Ingevolge Hoofdstuk 10 artikel 1.10.1.2 van de Verordening op de heffing en de invoering van leges 2013 is een tarief van € 0,30 per kopie in rekening gebracht. Dit bedrag is volgens verweerder opgebouwd uit kopiekosten van € 0,11 per pagina en ambtelijke kosten voor het uitvoerende werk (uitgaande van een uurtarief van € 92).
Nu verweerder heeft toegelicht hoe het tarief is berekend, is de rechtbank van oordeel dat aannemelijk is dat de in rekening gebrachte kopieerkosten van € 0,30 per kopie enkel zien op de daadwerkelijke kopieerkosten en niet de kosten voor het opzoeken en opbergen van de stukken behelzen.
Hierbij neemt de rechtbank mede in aanmerking de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 augustus 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BX5240) betreffende de WOB. Ingevolge artikel 12 van de WOB kunnen net als op grond van artikel 7:4, vierde lid van de Awb slechts de kopieerkosten inclusief arbeidskosten van de kopiërende ambtenaar in rekening worden gebracht. In deze Afdelingsuitspraak wordt voor de beoordeling van de in rekening gebrachte leges aansluiting gezocht bij de tarieven genoemd in het Besluit tarieven openbaarheid van bestuur. Op grond van de tarieven in dit besluit – minder dan 6 kopieën: gratis; 6 tot 13 kopieën: € 4,50; 14 of meer kopieën: € 0,35 per kopie – kunnen de kosten variëren van
€ 0,00 tot € 0,75 per kopie, afhankelijk van het aantal kopieën.
Het door verweerder gehanteerde tarief per kopie van € 0,30 wijkt niet zodanig af van deze tarieven dat de rechtbank hierin aanleiding zou moeten zien te concluderen dat hierin ook de arbeidskosten van het opzoeken en opbergen van de documenten zijn begrepen.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W. Oosterman, rechter, in aanwezigheid van
mr. S. Haddoumi, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2014.
w.g. S. Haddoumi,
griffier |
w.g. A.W. Oosterman
rechter |
Voor eensluidend afschrift:
de griffier,
Afschrift verzonden aan partijen op: 11 juni 2014
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.