Sponsorovereenkomst. De verplichting van de sponsororganisator om de sponsor te informeren over welke schaatsers bij de relevante wedstrijden met het logo van de sponsor hebben gereden eindigt niet bij einde overeenkomst.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/265696 / KZ ZA 14-141
Vonnis in kort geding van 11 augustus 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLAFIS ENGINEERING NOORD BV,
gevestigd te Heerenveen,
eiseres,
advocaat mr. E.W. Kingma te Leeuwarden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPORT NAVIGATOR.NL BV,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde,
advocaat mr. G.J.M. Volders te ‘s-Hertogenbosch.
Partijen zullen hierna Clafis en Sport Navigator genoemd worden.
1 De procedure
- –de dagvaarding
- –de mondelinge behandeling
- –de pleitnota van Clafis
- –de pleitnota van Sport Navigator.
2 De feiten
Partijen hebben op 12 mei 2010 de Logo-overeenkomst 2010-2014 gesloten (hierna de overeenkomst) voor de periode van 3 mei 2010 tot en met 1 april 2014. In de considerans van die overeenkomst staat onder meer:
“(…) SN is in staat gebleken een constante dominante logopositie te kunnen realiseren. Dit is wat CE ook van SN wenst af te nemen tijdens belangrijke internationale schaatswedstrijden. Alle schaatsers, verbonden met SN, zullen (voor zover van toepassing) hun wedstrijden zoals bijvoorbeeld EK Allround, WK afstanden, WK Allround, WK Sprint en de wedstrijden van de World Cup rijden met het logo van CE volgens de bepalingen zoals vastgelegd in deze overeenkomst. (…)”
Artikel 2 van de overeenkomst luidt (voor zover hier van belang):
- SN zal zorgdragen voor een dominante logo positie voor CE tijdens komende internationale ISU lange baan schaatsevenementen met inzet van internationale schaatsers. Deze internationale schaatsers zullen daar waar mogelijk worden voorzien van het logo van CE. Doelstelling is dat minimaal 50% van alle buitenlandse deelnemers aan de EK’s Allround en de WK’s Sprint deze evenementen hun races zullen rijden met het logo van CE.
- De EK’s Allround en de WK’s Sprint zullen als meetmoment gelden om te bepalen of de doelstelling van 50% is gehaald. (…)
- De schaatsers worden van het logo voorzien op de volgende plaatsen:
– op het linkerbeen van het wedstrijdpak
– op het linkerbeen van inrijbroek
4. indien met betrekking tot de onder artikel 2.3 genoemde logoplaatsen reeds bestaande afspraken gelden tussen schaatsen en bond, bond en bedrijfsleven of schaatsen en bedrijfsleven, zal door SN indien mogelijk een alternatieve positie worden gekozen. (…)
Artikel 3 van de overeenkomst betreft de financiële verplichtingen. Lid 5 van dit artikel luidt, voor zover hier van belang:
“In artikel 2 is overeengekomen wat het beoogde logo-positie zal zijn. Indien dit niet wordt gerealiseerd (al dan niet op de overeengekomen plaatsen) dan wordt de betalingsverplichting van CE gereduceerd volgens de volgende staffel:
- –Indien een logo-positie o.b.v. hetgeen is overeengekomen in artikel 2, van minder dan 20% van 50% van de totale deelnemersveld wordt gerealiseerd dan heeft CE een betalingsverplichting van 25% van het bedrag;
- –Indien een logo-positie o.b.v. hetgeen is overeengekomen in artikel 2, 20% – 40 % van 50% van de totale deelnemersveld wordt gerealiseerd dan voldoet CE 60 % van het bedrag;
- –Indien een logo-positie o.b.v. hetgeen is overeengekomen in artikel 2, 40 % – 70 % van 50% van de totale deelnemersveld wordt gerealiseerd dan voldoet CE 80 % van het bedrag;
- –Indien een logo-positie o.b.v. hetgeen is overeengekomen in artikel 2, meer dan 75 % van 50% van de totale deelnemersveld wordt gerealiseerd dan voldoet CE het volledige bedrag.
- –(…)”
Artikel 5 betreft de exclusiviteit. Het derde lid van dit artikel luidt, voor zover hier van belang:
“CE zal in geen geval rechtstreeks schaatsers en/of bonden benaderen dan wel overeenkomsten aangaan op straffe van een dwangsom van € 50.000 exclusief btw per gebeurtenis.”
Artikel 6 betreft de informatie en vertrouwelijkheid. In het eerste lid van dit artikel hebben partijen onder meer het volgende vastgelegd:
“Partijen zullen elkaar alle informatie verschaffen welke redelijkerwijs noodzakelijk is voor uitvoering van deze overeenkomst (…).”
Lid drie van dit artikel luidt:
“SN zal CE inzicht verschaffen met welke bonden/schaatsers tot overeenstemming is gekomen. (…)”
Artikel 7 van de overeenkomst gaat over de publicaties en in het eerste lid van dit artikel hebben partijen vastgelegd dat zij alleen met wederzijdse instemming in reclame-uitingen en/of andere publicaties mededeling doen over deze overeenkomst/samenwerking.
3 Het geschil
4 De beoordeling
Sport Navigator heeft gesteld dat er sprake is van rechtsverwerking en ter onderbouwing aangevoerd dat Clafis gedurende de overeenkomst door Sport Navigator in ruime mate is voorzien van alle gevraagde en ongevraagde informatie. Sport Navigator heeft steeds gefactureerd overeenkomstig de aan Clafis verstrekte overzichten en die facturen zijn zonder protest behouden en betaald door Clafis, aldus Sport Navigator.
Dit verweer treft geen doel. Desgevraagd heeft Sport Navigator verklaard dat de specificatie in de facturen bestond uit de vermelding “logo-overeenkomst”. Clafis heeft daarnaast onweersproken verklaard dat het jaartarief conform de overeenkomst in vier gelijke termijnen werd voldaan waarbij alle facturen aan het begin van het jaar werden verstuurd om vervolgens in de loop van het jaar betaald te worden. Clafis kon dan ook niet aan de hand van de facturen nagaan welke schaatsers op welke wedstrijden met haar logo op het linker- of rechterbeen hadden gereden. Sport Navigator heeft e-mails met lijsten van schaatsers overgelegd ter onderbouwing van haar stelling dat zij Clafis steeds in ruime mate van informatie heeft voorzien. Sport Navigator heeft echter geen stukken in het geding gebracht waaruit blijkt dat zij Clafis steeds heeft meegedeeld welke schaatsers bij de van belang zijnde wedstrijden hebben gereden met het Clafis logo. Aldus heeft zij haar stelling onvoldoende onderbouwd. Dat Sport Navigator Clafis deze informatie al heeft verschaft is derhalve niet aannemelijk geworden. Het enkele tijdsverloop is onvoldoende om te oordelen dat Clafis haar recht om geïnformeerd te worden over de wijze waarop Sport Navigator haar verplichtingen uit de overeenkomst is nagekomen heeft verwerkt.
Anders dan Clafis stelt is niet aannemelijk dat partijen zijn overeengekomen dat alle aan Sport Navigator verbonden schaatsers (zowel dames als heren) bij alle internationale wedstrijden met het Clafis logo op het linkerbeen zouden rijden. In de considerans (waar Clafis ter onderbouwing van haar stelling naar heeft verwezen) staat dat dit zal gebeuren voor zover van toepassing en vervolgens wordt voor de inhoud van de overeenkomst uitdrukkelijk verwezen naar de bepalingen zoals vastgelegd in de overeenkomst. Het verweer van Sport Navigator dat hier niet de considerans maar de bepalingen van de overeenkomst leidend zijn, treft dan ook doel.
Dat geldt ook voor het verweer van Sport Navigator dat zij slechts gehouden is informatie te verschaffen over de EK’s allround en de WK’s sprint. De stelling van Sport Navigator dat alleen aan deze wedstrijden de meetbare/verifieerbare doelstelling van 50 % exposure is gekoppeld en dat voor de vraag of Sport Navigator sponsorgelden terug dient te betalen alleen deze wedstrijden bepalend zijn, is door Clafis onvoldoende weersproken.
Sport Navigator zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, die tot aan deze uitspraak aan de zijde van Clafis begroot worden op:
explootkosten € 81,44
griffierecht 608,–
salaris advocaat 816,–
totaal € 1.505,44
5 De beslissing
De voorzieningenrechter
- alle schaatsers c.q. schaatsbonden die in de periode 3 mei 2010 tot en met 1 april 2014 verbonden waren aan Sport Navigator,
- welke schaatsers (met naam en nationaliteit gespecificeerd) hebben gereden met het logo van Clafis op de EK’s Allround en de WK’s Sprint (zowel dames als heren) in de periode 3 mei 2010 tot en met 1 april 2014,
- de exposurepercentages van de schaatsers die hebben gereden met het logo van Clafis op de EK’s Allround en de WK’s Sprint (zowel dames als heren) in de periode 3 mei 2010 tot en met 1 april 2014, onder overlegging van voldoende gespecificeerde bescheiden waaruit zulks blijkt;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2014.
ap/vr
Bron: ECLI:NL:RBGEL:2014:5127