Nadat de aandelen van de franchisegever zijn overgedragen kan franchisegever niet meer aan haar leadverplichting voldoen (dit is wp). Geen onrechtmatige daad oude en nieuwe aandeelhoudster (Vleesmeesters/Alog) en geen bestuurdersaansprakelijkheid.
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 18-03-2015
- Datum publicatie
- 07-05-2015
- Zaaknummer
- C-16-321502 – HA ZA 12-553
- Rechtsgebieden
- Ondernemingsrecht
- Bijzondere kenmerken
- Eerste aanleg – meervoudig
- Inhoudsindicatie
-
Nadat de aandelen van de franchisegever zijn overgedragen kan franchisegever niet meer aan haar leadverplichting voldoen (dit is wp). Geen onrechtmatige daad oude en nieuwe aandeelhoudster (Vleesmeesters/Alog) en geen bestuurdersaansprakelijkheid.
- Vindplaatsen
- Rechtspraak.nl
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling civiel recht
Handelskamer
Locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/321502 / HA ZA 12-553
Vonnis van 18 maart 2015
in de zaak van
1[eiser sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser sub 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser sub 3],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. C.M. Kan,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FINANCIEEL VERDER B.V.,
gevestigd te Hardinxveld-Giessendam,
gedaagde,
advocaat mr. L.J.P.E. Donckers-Corten,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OPTIMA HOLDING B.V.,
gevestigd te Hardinxveld-Giessendam,
gedaagde,
advocaat mr. L.J.P.E. Donckers-Corten,
3. de naamloze vennootschap
AEGON NEDERLAND N.V.,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
gedaagde,
advocaat mr. B.W.G. van der Velden,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AEGON BANK BEMIDDELING B.V.,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
gedaagde,
advocaat mr. B.W.G. van der Velden.
Eisers zullen hierna gezamenlijk [eisers c.s.] en individueel [eiser sub 1], [eiser sub 2] en [eiser sub 3] worden genoemd. Financieel Verder B.V. zal hierna Financieel Verder worden genoemd. Optima Holding heeft haar naam gewijzigd in Zasi Holding B.V., doch zal in deze procedure worden aangeduid als Optima Holding. Aegon Nederland N.V. zal hierna Aegon Nederland worden genoemd. De naam van Aegon Bank Bemiddeling B.V. is gewijzigd in Aegon Bemiddeling B.V. Zij zal in deze procedure worden aangeduid als Aegon Bank Bemiddeling.
1De procedure
- –de dagvaarding
- –de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie ten aanzien van [A] van Financieel Verder en Optima Holding
- –de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling waarbij zij vorderen Financieel Verder en Optima Holding in vrijwaring te mogen oproepen
- –de incidentele conclusie van antwoord van [eisers c.s.]
- –het vonnis in het incident van 18 juli 2012 waarbij de oproeping in vrijwaring is toegestaan
- –de conclusie van antwoord van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling
- –conclusie van repliek tevens verandering van eis van [eisers c.s.]
- –de conclusie van dupliek tevens houdende antwoordakte en producties van Financieel Verder en Optima Holding
- –de conclusie van dupliek houdende producties van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling
- –de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken, zoals vermeld in het proces-verbaal van deze zitting van 14 november 2014
- –de fax d.d. 17 december 2014 van mr. Kan voornoemd
- –de fax d.d. 22 december 2014 van mr. Donckers-Corten voornoemd
- –de fax d.d. 22 december 2014 van mr. Wösten voornoemd.
2De feiten
In voornoemde franchiseovereenkomsten is het volgende bepaald:
“Overwegende dat: (…)
2. Binnen de franchiseformule met name bemiddeld wordt in producten van Aegon. De Serviceverlening voor deze producten heeft AEGON ondergebracht bij AEGON Bank.
3. De franchisegever afspraken heeft vastgelegd over de centrale Klantbenadering in het Handboek. (..)
6. Franchisegever heeft geïnvesteerd in de ontwikkeling van de Franchiseformule waardoor zij bijzondere kennis heeft verkregen op onder meer het gebied marketing. De Franchiseformule is niet alleen dankzij marketing activiteiten bekend geworden bij het publiek, maar ook wegens de aard en de kwaliteit van de Producten. (..)
Definities (…)
Afspraak:
Is een lead in de vorm van een afspraak met een (potentiële) klant.(…)
Leads:
Gegevens dan wel contacten, namen en adressen van potentiële Klanten die nog niet behoren tot het Klantenbestand van Franchisegever en/of AEGON Bank en/of Productleveranciers en/of het Klantenbestand van Franchisenemer en gegevens of contacten, namen en adressen van Klanten waarvan het Klantrecht zich reeds bij Franchisegever en/of Aegon Bank en/of de Productleveranciers dan wel de Franchisenemer bevindt. (…)
Producten
De bij de ingangsdatum van de franchiseovereenkomst bij de Franchiseformule behorende Producten, zoals nader omschreven in bijlage I bij de Franchiseovereenkomst, en Producten die naderhand aan het productassortiment zijn toegevoegd.(…)
Productleveranciers:
De in bijlage I van de Franchiseovereenkomst genoemde – en aan Franchisegever gelieerde – leveranciers van de Producten, en de gedurende de looptijd van de Franchiseovereenkomst toegevoegde leveranciers van Producten.
1. een vergoeding tegen kostprijs van € 125,- per maand (…), voor het gebruiksrecht met betrekking tot de in artikel 14.1 van de Franchiseovereenkomst omschreven computerapparatuur en/of software;
2. een vergoeding tegen kostprijs van € 13.500,- per jaar voor minimaal 8 aangeleverde afspraken per werkzame week. (…)
Franchisegever heeft, onverminderd de overige bepalingen van dit artikel 18, met inachtneming van een redelijke opzegtermijn van ten minste zes maanden te allen tijde het recht de Franchiseovereenkomst te beëindigen, indien het aantal Franchisenemers dat gebruik maakt van de Franchiseformule minder is dan twintig.”
Op iedere pagina van de franchiseovereenkomst is vermeld “Financieel Verder De franchise organisatie van AEGON”.
Het in Bijlage I bij de franchiseovereenkomst vermelde Productassortiment omvat uitsluitend Aegonproducten.
Op grond van artikel 4.1. van de franchiseovereenkomst maakt het Handboek integraal onderdeel uit van de Franchiseovereenkomst. Het handboek, versie 2008-I, vermeldt in artikel 7.6.:
“een aantal van 8 netto afspraken per werkzame week gegarandeerd. Daarnaast draagt de franchisenemer zelf zorg voor een minimaal aantal (4) afspraken per week (…). De kosten voor de 10 afspraken per werkzame week zijn verdisconteerd in de jaarlijkse franchisefee. (..) Mocht er in een bepaalde week niet de norm van 8 afspraken behaald worden, dan kan de franchisenemer aanspraak maken op een tegemoetkoming of een compensatie van afspraken in een latere periode. Er wordt per kwartaal gemeten. ”
De hiervoor genoemde tegemoetkoming bedraagt € 48,- per niet doorgegane afspraak.
Het Handboek, versie 11 maart 2010, vermeldt op bladzijde 21 een aantal van 5 afspraken per week en een tegemoetkoming groot € 45,- per niet doorgegane afspraak.
Op 30 maart 2011 is tussen Aegon Nederland, Optima Holding en Financieel Verder een overeenkomst gesloten (hierna te noemen: de koopovereenkomst), waarbij alle geplaatste aandelen in het kapitaal van Financieel Verder zijn verkocht aan Optima Holding. Als bestuurder van Financieel Verder was Aegon Bank Bemiddeling bij deze overeenkomst ook betrokken. In deze koopovereenkomst is onder meer bepaald:
“(F) Tot het vermogen van de Vennootschap [FV] behoren mede de reeds bestaande verplichtingen van de Vennootschap jegens de franchisenemers, werknemers, klanten en aanbieders van verzekerings- en bancaire producten (…) (de Benoemde Verplichtingen).
(G) De verwachte kosten voor de Vennootschap voor naleving van de Benoemde Verplichtingen, hebben ertoe geleid dat Partijen – ondanks het aanwezige eigen vermogen van de Vennootschap – een buitengewoon lage kostprijs overeen komen en zelfs dat Verkoper zich verplicht deze lasten tot een max. van EUR 1,5 miljoen te dekken met het beding dat alle risico’s verbonden aan de onderneming en aan de Vennootschap voor rekening van Koper zullen zijn en dat de garanties ten aanzien van de Vennootschap zich in beginsel beperken tot de omvang van de productenportefeuille van de Vennootschap. Verkoper, Koper en de Vennootschap hebben de hoogte van de voor de naleving van de Benoemde Verplichtingen vastgesteld op € 1.500.000 en zij zijn overeengekomen dat dit bedrag door Verkoper aan de Vennootschap zal worden betaald tegen verlening door Koper en de Vennootschap van finale kwijting aan Verkoper terzake waarbij de Vennootschap en Koper zich verplichten dit bedrag aan te wenden voor de financiering van de naleving van de Benoemde Verplichtingen. (…)
(a) Zal de Vennootschap zich ten volle inspannen om haar verplichtingen terzake het geven van leads na te leven;
(b) Zal aan franchisenemers van de Vennootschap de reële keuze worden gegeven om:
(i) op basis van hun huidige franchisecontractsvoorwaarden franchisenemer te blijven bij de Vennootschap onder de formule van Financieel Verder; of
(ii) franchisenemer te worden onder de formule Huis & Hypotheek; of
(iii) franchisenemer te worden onder de formule Verzekeringsunie; of
(iv) tussentijds het franchisecontract met de Vennootschap te beëindigen in onderling overleg tussen franchisenemer en de Vennootschap (al dan niet met medeneming van de portefeuille). (…)
3Het geschil
[eisers c.s.] vordert
I. veroordeling van Financieel Verder tot betaling:
aan [eiser sub 1] van € 289.913,30
aan [eiser sub 2] van € 272.861,52
aan [eiser sub 3] van € 276.981,68
vermeerderd met de wettelijke rente;
II. Financieel Verder te bevelen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis aan [eisers c.s.] individueel te betalen:
a. de contractueel verschuldigde vergoeding voor de door [eisers c.s.] aan gedaagden overgedragen eigendom van het portefeuillerecht, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over die individuele vergoedingen met ingang van 22 november 2011 tot aan de dag der algehele voldoening; en
b. [eisers c.s.] gelijktijdig te voorzien van een deugdelijke schriftelijke specificatie van de uit te betalen vergoeding alles met inachtneming van de contractueel overeengekomen vergoedingsregeling vermeld in de artikelen 19.8 en 19.9 in de individuele franchiseovereenkomsten en de in die artikelen genoemde – en bij de individuele franchiseovereenkomsten behorende – bijlagen III en IV;
alles, voor wat betreft het gevorderde sub II hiervoor, onder oplegging van een dwangsom ad € 50.000,- te voldoen door gedaagden aan elke individudele eiser bij niet tijdig of geheel voldoen aan een in deze te geven bevel;
III. Financieel Verder te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder die voor het te dezer zake gelegde conservatoire beslag;
IV. voorwaardelijk, te weten voor het geval Financieel Verder binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis niet heeft voldaan aan veroordelingen tot betaling van geldsommen aan [eisers c.s.], Optima Holding, Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling hoofdelijk, des de één betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van al hetgeen waartoe Financieel Verder aan [eisers c.s.] wordt veroordeeld.
4De beoordeling
Toerekenbare tekortkoming Financieel Verder
a. het aanleveren van het overeengekomen minimumaantal van 5 leads per week;
b. het ter beschikking stellen van het centrale-boeking/agendasysteem voor het plannen van afspraken;
c. de ondersteuning van de franchisenemers;
d. het programma van opleiding en bijscholing;
e. het bieden van een op de persoon gericht groeimodel en ontwikkelingspad;
f. het verzorgen van de algemene landelijke en regionale reclame, promotionele activiteiten en publiciteit;
g. het ter beschikking stellen van het Aegon productassortiment;
h. het ter beschikking stellen van Aegon hard- en software;
i. het ter beschikking stellen van de naam en het merk Aegon.
Financieel Verder, Optima Holding, Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling hebben gesteld dat indien sprake is van een toerekenbare tekortkoming, [eisers c.s.] daarop geen beroep kan doen, enerzijds omdat Financieel Verder een tegemoetkoming van € 45,- per niet doorgegane afspraak heeft voldaan aan [eisers c.s.], anderzijds omdat [eisers c.s.] zelf (ook) niet aan zijn verplichting tot het genereren van leads heeft voldaan. De rechtbank overweegt als volgt. Hiervoor sub 4.3. is reeds geoordeeld dat de beëindiging van de betrokkenheid van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling reeds een toerekenbare tekortkoming van Financieel Verder jegens [eisers c.s.] opleverde, nu daardoor per 1 april 2011 nakoming blijvend onmogelijk werd. Daaraan doet een eventuele (latere) tekortkoming aan de zijde van [eisers c.s.] niet af, noch kan de toerekenbare tekortkoming door Financieel Verder worden geëcarteerd door betaling van een tegemoetkoming.
Bij conclusie van dupliek hebben Financieel Verder en Optima Holding als productie 65 een overzicht in het geding gebracht van de bedragen die [eisers c.s.] hebben ontvangen als “vergoeding” voor niet betaalde leads. Onder 2.7. van dit vonnis zijn de daaruit volgende, door Financieel Verder aan [eisers c.s.] gedane betalingen als tegemoetkoming voor niet doorgegane afspraken vermeld. Hieruit blijkt dat met ingang van 1 april 2011 Financieel Verder structureel niet aan haar verplichting tot het leveren van leads heeft voldaan. Weliswaar bevat de franchiseovereenkomst de mogelijkheid om in de plaats van een niet doorgegane afspraak een bedrag per niet doorgegane afspraak te betalen, maar partijen duiden deze aan als tegemoetkoming (zie hiervoor sub 2.3., artikel 6.7. van het Handboek). Financieel Verder en Optima Holding stellen dat zij met het betalen van de tegemoetkoming aan hun verplichtingen hebben voldaan en dat [eisers c.s.] deze vergoeding kan gebruiken om zelf leads in te kopen. Niet valt in te zien waarom [eisers c.s.] daarmee zelf leads zou kunnen inkopen als Financieel Verder, danwel Optima Holding, daartoe kennelijk zelf ook niet in staat was. In dit kader wijst [eisers c.s.] er bovendien terecht op dat hij provisie derft die door deze tegemoetkoming niet wordt gedekt (betaling van een tegemoetkoming brengt op zichzelf immers geen mogelijkheid tot het genereren van provisie mee) en de verplichting tot het leveren van leads kan daarom ook niet geheel worden vervangen door het betalen van een tegemoetkoming.
Voor zover Financieel Verder en Optima Holding hebben gesteld dat er na 1 juli 2011 wel weer (niet Aegon) leads geleverd werden merkt de rechtbank op dat deze stelling niet voldoende is onderbouwd en bovendien ook in strijd is met de door Financieel Verder en Optima Holding overgelegde productie 65 waaruit blijkt dat als tegemoetkoming aan [eiser sub 1] tot en met oktober 2011 telkens € 900,- per maand is betaald, aan [eiser sub 2] tot en met augustus 2011 telkens € 900,- betaald en aan [eiser sub 3] in juli 2011 nog € 670,-. Daaruit volgt dat Financieel Verder structureel en ook na 1 juli 2011 niet aan haar verplichtingen tot het verstrekken van leads (van welke herkomst dan ook) voldeed. De stelling dat [eisers c.s.] toekomstmogelijkheden elders heeft verkend, doet niets af aan de verplichting van Financieel Verder tot het verstrekken van leads aan [eisers c.s.] Dit heeft immers niet tot overeenstemming over een eerdere beëindiging (dan de buitengerechtelijke ontbinding) van de franchiseovereenkomst met Financieel Verder geleid. Dat Financieel Verder voor 1 april 2011 ook al wel moeite had om aan de verplichting tot het leveren van leads te voldoen en wel eens een tegemoetkoming uitkeerde voor niet doorgegane afspraken brengt evenmin mee dat het Financieel Verder per 1 april 2011 vrijstond om gedurende maanden slechts een tegemoetkoming te betalen aan franchisenemers en geen leads meer te leveren.
a. De post gederfde provisie tot ontbinding en na ontbinding tot de overeengekomen einddatum heeft [eisers c.s.] berekend op basis van de in het verleden behaalde provisie. Door Financieel Verder, Optima Holding, Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling zijn andere bedragen genoemd ter zake van de in het verleden door [eisers c.s.] behaalde provisies en Financieel Verder en Optima Holding hebben diverse omstandigheden genoemd, zoals ook hierna onder 4.16. vermeld, die van invloed zijn op de omvang van deze schadeposten. Daarbij rijst de vraag welk bedrag aan provisie bij onverkorte nakoming verschuldigd zou zijn geweest en hoe die omstandigheden (bijvoorbeeld de mogelijkheid van Financieel Verder om de franchiseovereenkomsten te beëindigen bij minder dan 20 franchisenemers: wanneer was dat moment en waar blijkt dat uit) dienen te worden verdisconteerd. Ten aanzien van het beroep op de schadebeperkingsplicht (conclusie van dupliek van Financieel Verder en Optima Holding onder de punten 126 tot en met 129) ontbreekt een reactie van [eisers c.s.] en hebben Financieel Verder en Optima Holding niet gesteld en onderbouwd tot welk bedrag [eisers c.s.] daarmee zijn schade zou hebben kunnen beperken.
b. Voor wat betreft de post ten onrechte betaalde franchisefee vanaf 1 april 2011 (naar de rechtbank begrijpt tot de datum van ontbinding van de respectieve franchiseovereenkomsten) ontbreekt de grondslag voor deze vordering. De verplichting tot betaling van de franchisefee door franchisenemers eindigt pas per de datum van ontbinding van de respectieve franchiseovereenkomsten (daar tegenover staat de provisie tot de datum van ontbinding van de franchiseovereenkomst). Vanaf de datum van ontbinding van de franchiseovereenkomst moet met de franchisefee en de provisies eveneens rekening worden gehouden voor de berekening van de schade bij onverkorte nakoming.
c. De post ten onrechte ingehouden provisies: door Financieel Verder en Optima Holding wordt betwist dat er bedragen zijn ingehouden, behoudens van de rekening-courant van [eiser sub 1] een bedrag van € 3.711,69. [eisers c.s.] stelt bij dagvaarding dat het hierbij gaat om ten onrechte vanaf 1 april 2011 ingehouden provisies (de rechtbank begrijpt “met de franchisefee verrekende provisies”) nu Financieel Verder aan de verplichting tot algemene ondersteuning van de bedrijfsvoering, marketing en opleiding van de franchiseformule geen enkele invulling heeft gegeven. Deze post is een dubbeltelling van de teruggevorderde, doch verschuldigde franchisefee bij onverkorte nakoming.
d. Ten aanzien van de post uitbetaling en eindafrekening waardes overgedragen portefeuilles heeft de rechtbank nu onvoldoende aanknopingspunten om een waarde te kunnen vaststellen. De rechtbank wenst geïnformeerd te worden op welke wijze het inmiddels uitgekeerde bedrag ter zake van de contractuele beëindigingsvergoeding hierin dient te worden betrokken en welk bedrag dan volgens [eisers c.s.] resteert op grond waarvan. Van Financieel Verder en Optima wenst de rechtbank te vernemen op grond waarvan (welke bepaling en hoe) zij de waarde van de portefeuille (producties 1, 2 en 4 bij conclusie van antwoord) hebben berekend.
De rechtbank heeft er nota van genomen dat in het door [eiser sub 1] gevorderde bedrag reeds een vergoeding voor de waarde van de portefeuille is opgenomen en dat hij deze niet tweemaal (ook onder II) kan vorderen.
De schade kan thans niet worden vastgesteld. Een mogelijkheid is dat de rechtbank de schade schat, al dan niet na voorlichting door een deskundige. Het spreekt voor zich dat partijen ook de mogelijkheid hebben om na dit vonnis met elkaar in overleg te treden over de schade.
Aan [eisers c.s.] en Financieel Verder zal de gelegenheid worden geboden zich bij akte nader uit te laten over de hoogte van de schade ten gevolge van de toerekenbare tekortkoming van Financieel Verder, meer in het bijzonder over de hiervoor in 4.7. onder a en d overwogen aspecten; voorts dienen zij zich uit te laten over de door hen voorgestane wijze van voortprocederen.
Onrechtmatige daad Aegon Nederland, Aegon Bank Bemiddeling en Optima Holding
Verweer Optima Holding
Verweer Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling
Nu de franchiseovereenkomsten mochten worden beëindigd indien het aantal franchisenemers minder dan twintig bedroeg en per 1 april 2011 deze ondergrens al erg dicht was genaderd, heeft Aegon Nederland zich de belangen van de franchisenemers, waaronder [eisers c.s.], gelet op bovenvermelde onbetwist gebleven omstandigheden, voldoende aangetrokken. Derhalve is geen sprake van een onrechtmatige daad van Aegon Nederland. Dezelfde afweging geldt ook voor de aansprakelijkheid van Optima Holding als aandeelhouder.
Voor wat betreft de bestuurdersaansprakelijkheid van Aegon Bank Bemiddeling en Optima Holding is de vraag welk persoonlijk verwijt hen kan worden gemaakt. Voor zover [eisers c.s.] aan Aegon Bank Bemiddeling verwijt dat zij heeft meegewerkt aan de koopovereenkomst gaat dat verwijt niet op omdat de beëindiging van de betrokkenheid van Aegon Bank Bemiddeling en dus de niet-nakoming per 1 april 2011 besloten ligt in de overdracht van de aandelen van Aegon Nederland aan Optima Holding welke gelet op de omstandigheden van het geval, geen onrechtmatige daad oplevert. Daarvan valt Aegon Bank Bemiddeling als bestuurder geen verwijt te maken. Naar de rechtbank de stellingen van [eisers c.s.] verstaat, is ook zijn aan Optima Holding gemaakte verwijt van bestuurdersaansprakelijkheid gericht op de gevolgen van de koopovereenkomst, aldus dat Optima Holding die overeenkomst onder de in geding zijnde omstandigheden niet had mogen aangaan, waarbij geldt dat ook zij het opzet van de vorenomschreven sterfhuisconstructie heeft gehad. Waar geoordeeld is dat de aandelenoverdracht van Aegon Nederland aan Optima Holding niet onrechtmatig was en dat Aegon Bank Bemiddeling als toenmalig bestuurder daarvan geen verwijt kan worden gemaakt, geldt dat tenminste in gelijke mate voor Optima Holding als degene die bij gelegenheid van de aandelentransactie de opvolgende bestuurder werd. Voor zover [eisers c.s.] voorts heeft beoogd te stellen dat Optima Holding als bestuurder aansprakelijk is op grond van de wijze waarop zij sedert haar aantreden als bestuurder heeft gehandeld, is die stelling niet voldoende onderbouwd. [eisers c.s.] heeft immers niet voldoende gesteld wat Optima Holding had kunnen en moeten doen, maar niet gedaan heeft. Dat de overige franchisenemers hun franchiseovereenkomst met Financieel Verder hebben beëindigd is een gevolg van de in de koopovereenkomst overeengekomen voorzieningen ten behoeve van de franchisenemers. Dat Optima Holding als bestuurder van Financieel Verder aan de franchisenemers van Financieel Verder alternatieven heeft voorgelegd kan aan Optima Holding niet worden verweten, evenmin als het feit dat de overige franchisenemers voor een toekomst elders hebben gekozen. Voor zover [eisers c.s.] heeft gesteld dat niet duidelijk is of de € 1,5 miljoen die Aegon Nederland aan Financieel Verder ter beschikking stelde, daadwerkelijk (tot dat bedrag) door Financieel Verder is geïnd, faalt ook die stelling (als onderbouwing van het beroep op bestuurdersaansprakelijkheid van Optima Holding) nu onweersproken is gesteld dat die som op 1 april 2011 onder de instrumenterende notaris is gestort met de (nadien niet herroepen, doch telkens uitgevoerde) instructie die som in 18 gelijke maandtermijnen aan Financieel Verder uit te keren. Voorts brengt ook de enkele, met jaarstukken onderbouwde, stelling dat Optima Holding ruim € 2 miljoen in rekening courant heeft geleend van Financieel Verder op zichzelf geen bestuurdersaansprakelijkheid van Optima Holding met zich mee, ook niet in combinatie met de staking van de bedrijfsactiviteiten omdat er geen franchisenemers meer waren.
5De beslissing
De rechtbank
– € 131,00 aan salaris advocaat,
– te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis,
Dit vonnis is gewezen door , mr. R.A. Steenbergen, mr. N.V.M. Gehlen en mr. S.H. Gaertman en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2015.1