Eiseres heeft geen immaterieel actief voortgebracht, waarvoor een octrooi is verleend. Hierdoor wordt niet voldaan aan een van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor toepassing van de innovatiebox van art. 12b Wet Vpb.
Feiten
De aandelen van eiseres zijn voor 60% in handen van [D] B.V. en voor 40% in handen van [E] B.V. De activiteiten van eiseres bestaan uit het uitgeven van licenties en/of sublicenties van octrooien, waaronder het octrooi “Brandwerende deur en werkwijze voor de vervaardiging van een randhout, een steunlat en glaslatten daarvoor”. Dit octrooi is op 6 maart 2008 verleend aan [D] B.V. en ook op naam van deze vennootschap gesteld. Teneinde dit octrooi te kunnen exploiteren heeft [D] B.V. aan eiseres een exclusieve licentie verleend.
Beoordeling van het geschil
Artikel 12b Wet Vpb luidt als volgt:
Indien de belastingplichtige een immaterieel activum heeft voortgebracht ter zake waarvan aan hem een octrooi is verleend of een immaterieel activum heeft voortgebracht dat is voortgevloeid uit speur- en ontwikkelingswerk waarvoor aan hem een S&O-verklaring is afgegeven als bedoeld in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (S&O-activum), worden, ingeval hij daarvoor bij de aangifte over een jaar kiest met ingang van dat jaar de voordelen uit hoofde van dat activum, met in achtneming van de drempel als geduid in het vijfde lid en het maximum als geduid in het zesde lid, slechts in aanmerking genomen voor 10/H (voor 2010: 5/H) gedeelte. Daarbij staat H voor het percentage van het hoogste tarief, bedoeld in artikel 22, geldend voor het jaar waarin het voordeel is genoten.
Bron: ECLI:NL:RBGEL:2013:4534