BTW bestemmingsplannen
Uitvoering van bestemmingsplannen door de gemeente
Gemeenten kunnen een bestemmingsplan zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een projectontwikkelaar.
Uitvoering van bestemmingsplannen door de gemeente
BTW
Als een gemeente een bestemmingsplan zelf uitvoert, treedt de gemeente op in twee hoedanigheden. Voor de levering van bouwgrond treedt zo’n gemeente op als ondernemer. Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden is de levering van grond belast met of vrijgesteld van BTW (zie artikel 11, eerste lid, onderdeel a, en derde en vierde lid, van de Wet OB). Als de levering belast is met BTW komt de aan die levering toe te rekenen BTW voor aftrek in aanmerking. De gemeenschapsvoorzieningen die een gemeente binnen een bestemmingsplan realiseert, blijven in eigendom bij de gemeente. Bij de aanleg van die voorzieningen neemt een gemeente niet deel aan het economische verkeer en treedt zij dus niet op als ondernemer. Aftrek van de op die aanleg betrekking hebbende BTW komt dan ook niet aan de orde. Deze BTW komt echter wel in aanmerking voor compensatie uit het BTW-compensatiefonds.
Overdrachtsbelasting
Als de levering van grond belast is met BTW zal heffing van overdrachtbelasting achterwege blijven (zie artikel 15, eerste lid, onderdeel a, van de WBR). Dat is anders als de grond beneden de waarde in het economisch verkeer dan wel de kostprijs wordt geleverd en de koper de BTW niet of niet nagenoeg geheel in aftrek kan brengen (zie artikel 15, vierde lid, van de WBR)(Voor de volledigheid wordt verwezen naar paragraaf 5 van het besluit van 14 september 2010, nr. DGB2010/1124M, Stcrt. 2010, nr. 14505, waarin situaties worden beschreven dat de zogenoemde strafheffing van artikel 15, vierde lid, van de WBR achterwege kan blijven.) Als de gemeente de grond vrijgesteld levert, is de koper overdrachtsbelasting verschuldigd, tenzij een wettelijke vrijstelling van toepassing is.
Uitvoering van bestemmingsplannen door een derde
BTW
Vaak besteedt een gemeente de uitvoering van een bestemmingsplan geheel of gedeeltelijk uit aan een ondernemer (bijvoorbeeld een projectontwikkelingsmaatschappij of woningcorporatie[hierna: projectontwikkelaar]). De levering van bouwgronden en de aftrek van daarop betrekking hebbende BTW verloopt bij de projectontwikkelaar op dezelfde manier als hiervoor is uiteengezet bij uitvoering van een bestemmingsplan door de gemeente zelf.
De projectontwikkelaar levert de bouwgrond en legt ter uitvoering van het bestemmingsplan meestal ook gemeenschapsvoorzieningen aan. Die voorzieningen draagt de projectontwikkelaar (vaak om niet) in eigendom over aan de gemeente. De leveringen en/of diensten die onderdeel uitmaken van de
overdracht van de gemeenschapsvoorzieningen verricht de projectontwikkelaar steeds als ondernemer. Dit vanwege de bijzondere omstandigheden die zich bij de uitvoering van een bestemmingsplan
voordoen.
De kosten van aanleg van de gemeenschapsvoorzieningen moeten in deze situatie (overdracht om niet) worden aangemerkt als algemene kosten (onder meer HvJ 26 mei 2005, nr. C-465/03, Kretztechnik AG). In dat geval komt de toerekenbare BTW in beginsel op basis van een omzetevenredige methode (het zogenoemde ‘pro rata’) (eventueel) voor aftrek in aanmerking. Dat heeft tot gevolg dat in sommige gevallen de BTW drukkende op de kosten van aanleg van de gemeenschapsvoorzieningen niet volledig in aftrek kan worden gebracht.
De staatssecretaris acht dit ongewenst in de gevallen waarin deze BTW (als rechtstreeks aan het compensatiegerechtigde lichaam in rekening gebracht) ingevolge de Wet op het BTW-compensatiefonds voor compensatie in aanmerking zou komen. Op grond van artikel 63 van de AWR keurt de staatssecretaris daarom het volgende goed.
Goedkeuring
De staatssecretaris keurt onder de volgende voorwaarden goed dat ondernemers de aan de aanleg van gemeenschapsvoorzieningen
toerekenbare voorbelasting in aftrek brengen in de gevallen waarin de gemeenschapsvoorzieningen om niet of tegen een symbolische vergoeding worden overgedragen.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende voorwaarden:
– Het betreft een (op)levering/overdracht die, indien wel tegen vergoeding verricht, aan heffing van BTW zou zijn onderworpen. Daarom is geen aftrek mogelijk als het bijvoorbeeld de overdracht van een park betreft.
– De ondernemer maakt geen aanspraak op aftrek van voorbelasting indien en voor zover het compensatiegerechtigde lichaam geen recht op compensatie zou hebben als de BTW rechtstreeks aan dat lichaam in rekening zou zijn gebracht. De ondernemer dient in het bezit te zijn van een schriftelijke verklaring van het desbetreffende lichaam waaruit blijkt dat, en in hoeverre,
de over te dragen gemeenschapsvoorzieningen worden gebruikt voor compensatiegerechtigde doeleinden.
Overdrachtsbelasting
Voor de bouwgronden geldt voor de projectontwikkelaar respectievelijk de kopers van de bouwgronden hetzelfde als hiervoor is opgemerkt bij de bestemmingsplanexploitatie door de gemeente zelf.
De verkrijging van de gemeenschapsvoorzieningen door de gemeente is in beginsel vrijgesteld van de heffing van overdrachtsbelasting (zie artikel 15, eerste lid, onderdeel c, van de WBR). Zoals hiervoor is uiteengezet levert de projectontwikkelaar deze voorzieningen vaak voor een bedrag ver onder de
waarde of de kostprijs van die voorzieningen. In zo’n situatie vervalt de vrijstelling van overdrachtbelasting (artikel 15, vierde lid, van de WBR). Rekening houdend met de bijzondere situatie die zich voordoet bij de ontwikkeling van bestemmingsplannen door een projectontwikkelaar en het doel van artikel 15, vierde lid, van de WBR, acht de staatssecretaris het vervallen van de vrijstelling voor overdrachtsbelasting niet gewenst. Daarom keurt hij op grond van artikel 63 van de AWR het volgende goed.
Goedkeuring
De staatssecretaris keurt goed dat onder de volgende voorwaarde artikel 15, vierde lid, van de WBR buiten toepassing blijft in de situatie waarin een projectontwikkelaar gemeenschapsvoorzieningen aan een gemeente
overdraagt voor een bedrag dat lager is dan de waarde of de kostprijs van die voorzieningen.
Voorwaarde
Voor deze goedkeuring geldt de volgende voorwaarde:
Voor de overgedragen gemeenschapsvoorzieningen zou aanspraak op compensatie uit het BTW-compenstatiefonds bestaan, als die voorzieningen met BTW aan de gemeente zouden worden geleverd.
De staatssecretaris merkt op dat een eventuele exploitatiebijdrage niet van invloed is op het vaststellen van de kostprijs.
Bron: Besluit 25 januari 2012, nr. BLKB 2012/175M